Ruisreductie instellenN
3
Hoge ISO-ruisreductie
Met deze functie vermindert u de ruis die in een opname ontstaat. Hoewel
ruisreductie wordt toegepast bij alle ISO-snelheden, is de functie vooral
effectief bij hoge ISO-snelheden. Bij lage ISO-snelheden wordt de ruis in
de donkere gedeelten van de opname (de schaduwpartijen) verder
gereduceerd. Wijzig de instelling zodat deze aansluit op het ruisniveau.
[M: Ruisond. bij meerd. opn.]
Bij deze instelling wordt ruisreductie met hogere beeldkwaliteit
toegepast dan bij de instelling [Sterk]. Voor elke foto worden vier
opnamen achter elkaar gemaakt, uitgelijnd en automatisch
samengevoegd tot een JPEG-afbeelding.
Bij de instelling [Sterk] of [Ruisond. bij meerd. opn.] neemt de maximale
opnamereeks voor continu-opnamen aanzienlijk af.
Als u een 1+73- of 1-opname met de camera weergeeft of
rechtstreeks afdrukt, zal het effect van Hoge ISO-ruisreductie minimaal
lijken. Controleer de ruisreductie of druk de opnamen met ruisreductie af via
Digital Photo Professional (meegeleverde software, pag. 362).
Selecteer [Hoge ISO-ruisreductie].
1
Selecteer op het tabblad [z3] de
optie [Hoge ISO-ruisreductie] en
druk vervolgens op <0>.
Stel het niveau in.
2
Selecteer het gewenste
ruisreductieniveau en druk
op <0>.
Het scherm met de instellingen wordt
afgesloten en het menu wordt
opnieuw weergegeven.
Maak de opname.
3
De opname wordt met toegepaste
ruisreductie opgeslagen.
131