Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opslag; Productomschrijving; Brandpompgroep - Grundfos DNF Series Installatie- En Bedieningsinstructies

Verberg thumbnails Zie ook voor DNF Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

3.3 Opslag

3.3.1 Pomp
Om te vermijden dat water, stof, enz. in de pomp binnendringt,
alle openingen afdekken tot de aansluiting van de leidingen.
Een geschikt roestwerend middel aanbrengen op alle bewerkte,
niet gecoate oppervlakken.
Dit roestwerend middel moet voldoen aan de volgende vereisten:
Rubberen onderdelen niet aantasten.
Eenvoudige verwijdering.
Aangebracht volgens de instructies van de fabrikant.
Als de pomp gedurende meer dan zes maanden opgeslagen
wordt vóór de inbedrijfstelling, deze beschermen tegen corrosie
en beschadiging:
1. De pakking van de pakkingbus verwijderen.
2. Een roestwerend middel oplosbaar in water spuiten op de bin-
nenzijde van het pomplichaam en de pakkingbus.
3. Indien de pomp niet aangesloten is op het leidingwerk, de
aanzuig- en uitlaatflenzen afdekken met dichtingen uit natuur-
rubber en metalen afsluitflenzen. Minimaal vier bouten gebrui-
ken voor de bevestiging.
4. De opening van de pakkingbus afdekken met niet-hydroscopi-
sche tape. De pakkingdrukring mag op de pompas gelaten
worden, maar dient op gepaste wijze bevestigd te worden.
5. Alle onbeschermde geverfde oppervlakken coaten met een
roestwerend middel dat eenvoudig te verwijderen is met een
petroleumdistillaat.
6. Zorg dat alle onbeschermde geverfde oppervlakken droog,
zuiver, vrij van vet of andere vormen van verontreiniging zijn.
7. Dek de pomp af met een weerbestendige hoes of met een
waterdicht papier of kunststof, dat ook bescherming biedt
tegen vuil en stof.
8. Inspecteer de pomp regelmatig tijdens de opslagperiode.
9. Draai handmatig, iedere vier tot zes weken, de pompas om
putvorming op de rollagers te vermijden.
3.3.2 Motor
Motoren kunnen tot 12 maanden na levering opgeslagen worden
in een droge ruimte. Het is aanbevolen om de motor te bescher-
men met een luchtdoorlatende hoes. Minimaal eens per maand,
de motor controleren op ophoping van stof of water. Water of vuil
onmiddellijk verwijderen.
Als de motor langer dan 12 maanden wordt opgeslagen of meer
dan zes maanden stilstaat, deze beschermen tegen corrosie en
schade:
1. De olie aftappen en de oliefilter vervangen. Zie service-
instructies.
2. Het motorhuis vullen met MIL-L-21260 olie. Zie service-
instructies.
3. De brandstoffilter vervangen. Zie service-instructies.
4. De motor van de pomp loskoppelen (de koppeling verwijde-
ren). Zie service-instructies.
5. De motor inschakelen. Zie paragraaf 12.2 Handmatig bedrijf.
De motor één of twee minuten laten draaien.
6. Olie en koelvloeistof aftappen. Zie service-instructies.
7. Brandstof aftappen. De aftapschroef op de bodem van de tank
(afb. 50, pos. A) losschroeven en de diesel opvangen in een
geschikte recipiënt. Na het aftappen, de aftapschroef opnieuw
vastdraaien.
Deze stappen iedere zes maanden herhalen.
Een waarschuwingslabel aanbrengen op de
motor:
Voorzichtig
Motor zonder olie. De motor niet starten.

4. Productomschrijving

4.1 Brandpompgroep

De brandpompgroep bestaat uit een pomp, een dieselmotor met
brandstoftank en een controller. De pomp en motor zijn verbon-
den via een aandrijfas of een flexibele koppeling. Alle onderdelen
zijn op elkaar afgestemd en gemonteerd op hetzelfde draag-
frame, klaar voor plaatsing. Het draagframe is vervaardigd uit sta-
len u-profielen. De controller en brandstoftank kunnen ook apart
geplaatst worden. Dit gebeurt meestal bij JW6 en JX6 dieselmo-
toren.
De brandpompgroep wordt gebruiksklaar geleverd. De motor
wordt gevuld met koelwater, motorolie, enz. De batterijen worden
gevuld met zuur en opgeladen. Het brandstofsysteem wordt ont-
lucht en de brandstoftank bevat een kleine hoeveelheid diesel-
brandstof. Het correcte toerental van de motor is in de fabriek
ingesteld.
Bij wijze van voorbeeld worden de belangrijkste onderdelen van
de brandpompgroep getoond in afbeeldingen 2 en 3. Deze tonen
een HSEF pompgroep met een Grundfos horizontale split-case
pomp en een 4-cilinder dieselmotor, type JUH4, zonder turbo-
compressor en intercooler. Pomp en motor zijn verbonden via
een aandrijfas. De brandstoftank is gemonteerd op het gemeen-
schappelijk draagframe en de brandstoftank is apart geplaatst.
De brandstoftank wordt niet getoond.
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave