Pomphub
met flens
Afb. 31 Verticale uitlijning
9.12.2 Flexibele koppeling
CENTAFEX, de flexibele koppeling om de pomp en motor aan te
sluiten, wordt getoond in afb. 32.
Afb. 32 Flexibele koppeling
De koppeling wordt axiaal met bouten vastgezet op het motor
vliegwiel. De pompas wordt axiaal ingeduwd en radiaal met vier
bouten vastgezet. Zie afb. 33.
A-A
Afb. 33 Aansluiting en uitlijning van pomp en motor
C
CD
Gezien vanaf de motor
D
A
A
De uitlijning controleren
Waarschuwing
Alvorens de koppelingsbescherming te verwijde-
ren, de batterijkabel losmaken.
1. De batterij loskoppelen (negatieve pool).
2. Verwijder de koppelingsbescherming.
3. Meet afstand "Z" op het rubberelement van alle axiaal met
bouten bevestigde punten. Zie afb. 33. De afstand moet
50 mm zijn. Bij correcte uitlijning, overgaan naar stap 4.
Anders pomp en motor uitlijnen. Zie hieronder.
4. Monteer de koppelingsbeschermer.
5. Sluit de batterij aan.
Pomp en motor uitlijnen
1. Axiale en radiale bouten losschroeven van de koppeling en de
ashuls op de as duwen in de richting van de pomp.
2. De schroeven van de pompvoet losdraaien.
3. Vulstukken of folie onder de pompvoet plaatsen.
4. De schroeven van de pompvoet vastdraaien.
5. De ashuls op de as duwen in de richting van de motor en axi-
ale en radiale bouten plaatsen. Altijd de axiale bouten eerst
plaatsen. De bouten mogen maximaal driemaal hergebruikt
worden. Daarna nieuwe zelfsluitende bouten gebruiken. Nooit
threadlocker gebruiken. Dit kan het rubber beschadigen.
6. De uitlijning opnieuw controleren.
Afb. 34 Axiale en radiale bevestiging op de ashuls.
9.13 Aparte brandstoftank
De brandstoftank moet zich zo dicht mogelijk bij de motor bevin-
den, in een droge en goed verluchte ruimte. De brandstoftank op
de vloer bevestigen met behulp van de bevestigingsgaten.
De brandstofleidingen aansluiten zoals getoond in afb. 35 met
behulp van de aangesloten koppelstukken (pos. A). Het aansluit-
blok heeft de markering "SUPPLY" voor de inkomende leiding en
"RETURN" voor de terugloopleiding.
Afb. 35 De brandstofleidingen aansluiten
Voor de afmetingen en plaatsing van aparte
N.B.
brandstoftanks, zie standaard NFPA 20.
A
33