JX6H
Voor het ontluchten van JX motoren, is een hulp-
kit vereist voor brandstof voorinspuiting.
Zie handleiding. Onder normale omstandigheden
N.B.
is het ontluchten van het brandstofsysteem niet
vereist. Het systeem voorinspuiten met een
manueel aanzuigtoestel volstaat normaal gezien.
14.4.8 Controle van uitlaatsysteem
Het volledige uitlaatsysteem controleren op lekken als de motor
draait. Losse leidingaansluitingen vastdraaien. Defecte leidingen
onmiddellijk vervangen.
14.4.9 Controle van luchtfilter
De luchtfilter controleren op vuildeeltjes. Vuile luchtfilters vervan-
gen. Om de luchtfilter te verwijderen, de beugels losdraaien en
het filterelement aftrekken. Een nieuwe filter plaatsen in omge-
keerde volgorde. Het wordt aanbevolen om de luchtfilter iedere
zes maanden te vervangen.
14.4.10 Controle van V-riem
De V-riem en riemschijven controleren op slijtage. De V-riem
spanning ook controleren.
V-riemen moeten gerokken worden volgens de
regels om een optimale werking van de pomp en
Voorzichtig
elektrische generator te verzekeren.
De V-riem elastische middenstand tussen de twee V-riem wielen
moet 1 tot 1,5 cm zijn. Zie pijl in afb. 56. De V-riem spanning ver-
hogen door de generator bevestigingschroeven (afb. 56, pos. A)
los te draaien en de generator naar buiten te duwen (afb. 56,
pos. B). De schroeven opnieuw vastdraaien.
Versleten V-riemen vervangen. Zie service-instructies.
Afb. 56 Controle van V-riem
44
14.5 Koppeling
Flexibele koppeling
Koppeling met elastomeer aandrijfdelen behoeven geen smering.
Asaandrijving
Waarschuwing
Alvorens onderhoudswerk uit te voeren op de
asaandrijving, de batterijkabel losmaken.
1. De bovenzijde van de koppelingsbescherming afnemen.
2. De motoras manueel draaien tot de U-dichting smeerfittingen
toegankelijk zijn.
3. Een smeerpistool met N.L.G.I. gebruiken. grade 1 of 2 smeer-
positie op de smeerfitting. Vullen met vet tot het vet zichtbaar
is op alle vier kapdichtingen.
4. Controleer of alle asaandrijving bouten vastzitten.
5. De bovenzijde van kap terugplaatsen en negatieve batterijka-
bels aansluiten.
14.6 Controller
Waarschuwing
Alvorens de bedieningskast te openen, de stroom
onderbreken met de scheidingsschakelaar.
Risico op elektrische schok!
Het volgende onderhoudswerk moet regelmatig uitgevoerd wor-
den:
•
Test van signaallampjes.
•
Controle van de kabelaansluitingen.
Om de werking van de signaallampjes op het bedieningspaneel
en het alarmsignaal te testen, drukken op de [Lamp Test/Silence]
knop B3. Als een signaallampje niet werkt, contact opnemen met
Grundfos.
Alle schroefaansluitingen op de beugels en alle frameaansluitin-
gen jaarlijks controleren op een goede bevestiging. Alle losse
verbindingen opnieuw vastdraaien. Controleer alle kabels op
visuele schade en vervang deze indien nodig. Dit geldt ook voor
de kabels van de dieselmotor en de signaalkabels.
Als de zekering van de lader, op het bord van lader Nr. 1 of 2, is
A
doorgeslagen, deze vervangen door hetzelfde zekeringmodel
(SLO-BLO 3AG-32VDC-20A).
B