14.4.7 Ontluchten van brandstofsysteem
Waarschuwing
Brandstof die onder druk wordt uitgestoten kan
doordringen in de huid en ernstige letsels veroor-
zaken. De druk moet dan ook altijd afgelaten wor-
den alvorens de brandstofleidingen los te koppe-
len. Alvorens de druk te herstellen, alle leidingen
goed vastdraaien.
JU4H en JU6H
Afb. 52 Ontluchten van brandstofsysteem via de
brandstoffilter, JU4H en JU6H
1. De ontluchtingsschroef (afb. 52, pos. C) losdraaien van de
filterhouder door deze twee omwentelingen met de hand te
draaien.
2. De hefboom van de brandstof aanzuigpomp (afb. 52, pos. 22)
aandrijven tot de diesel die uit de ontluchtingsopening stroomt
geen luchtbellen meer bevat. De brandstof in een gepaste
container opvangen en verwijderen op milieuvriendelijke wijze.
3. De ontluchtingsopening zorgvuldig sluiten. De hefboom van
de brandstof aanzuigpomp blijven aandrijven tot er geen weer-
stand meer wordt gevoeld. De hendel vervolgens zo ver
mogelijk duwen in de richting van het cilinderblok.
4. De motor manueel starten. Zie paragraaf 12.2.1 Handmatig
bedrijf via controller. en controleren op lekken. De motor stop-
pen door hoofdschakelaar A2 op "OFF" of "AUTO" te plaatsen.
Als de motor niet start, moet het brandstofsysteem misschien ont-
lucht worden via de brandstof injectiepomp. De volgende proce-
dure volgen:
1. De connector (afb. 53, pos. A) van de brandstof
terugstroomleiding.
2. De hefboom van de brandstof aanzuigpomp (afb. 52, pos. 22)
aandrijven tot de dieselbrandstof die uit de connector stroomt
geen luchtbellen meer bevat. De brandstof opvangen in een
gepaste container en verwerken volgens de regels.
3. De connector vastdraaien met 16 Nm.
4. De hendel zo ver mogelijk duwen in de richting van het cilin-
derblok.
5. De motor manueel starten. Zie paragraaf 12.2.1 Handmatig
bedrijf via controller.. Controleren op lekken. De motor stop-
pen door hoofdschakelaar A2 op "OFF" of "AUTO" te plaatsen.
Afb. 53 Ontluchten van brandstofsysteem via de diesel
injectiepomp, JU4H en JU6H
C
22
A
A
JW6H
C
E
F
Afb. 54 Ontluchten van brandstofsysteem via de
brandstoffilter, JW6H
Eerst het brandstofsysteem ontluchten via de primaire filter:
1. De ontluchtingsschroef (afb. 54, pos. E) van de filterhouder
losdraaien.
2. Het manuele ontluchtingssysteem (afb. 54, pos. F) bedienen
tot de diesel die uit de ontluchtingsopening stroomt geen
luchtbellen meer bevat. De brandstof in een gepaste container
opvangen en verwijderen op milieuvriendelijke wijze.
3. De ontluchtingsopening zorgvuldig opnieuw sluiten. Het manu-
ele ontluchtingssysteem neerwaarts geduwd houden.
Het brandstofsysteem ontluchten via de secundaire filter:
1. De ontluchtingsopening (afb. 54, pos. C) van de brandstof
filterhouder losdraaien.
2. Het manuele ontluchtingssysteem (afb. 55, pos. A) van de
brandstofpomp aandrijven tot de diesel uitstroomt zonder
luchtbellen. De brandstof in een gepaste container opvangen
en verwijderen op milieuvriendelijke wijze.
3. De ontluchtingsopening zorgvuldig opnieuw sluiten. Het manu-
ele ontluchtingssysteem neerwaarts geduwd houden.
4. De motor manueel starten. Zie paragraaf 12.2.1 Handmatig
bedrijf via controller.. Controleren op lekken. De motor stop-
pen door hoofdschakelaar A2 op "OFF" of "AUTO" te plaatsen.
Als de motor niet start, moet het brandstofsysteem misschien ont-
lucht worden via de brandstof injectiepomp. De volgende proce-
dure volgen:
1. De connector (afb. 55, pos. B) van de brandstofleiding
afnemen van de eerste injector.
2. De motor starten met de starter tot de brandstof zonder lucht-
bellen stroomt uit de connector. De brandstof in een gepaste
container opvangen en verwijderen op milieuvriendelijke wijze.
3. De connector plaatsen.
4. Stappen 1 tot 3 herhalen voor alle injectoren.
5. De motor manueel starten. Zie paragraaf 12.2.1 Handmatig
bedrijf via controller.. Controleren op lekken. De motor stop-
pen door hoofdschakelaar A2 op "OFF" of "AUTO" te plaatsen.
Afb. 55 Ontluchten van brandstofsysteem via diesel
injectiepomp, JW6H
B
A
43