Inhoudsopgave
Advertenties
De noodsleutel
2
in de richting van de pijl
#
in de opening van de sleutel drukken, tot het
batterijdeksel
1
opent. Hierbij het batterij‐
deksel
1
niet dichtdrukken.
Het batterijdeksel
1
verwijderen.
#
De sleutel tegen de binnenzijde van de hand
#
kloppen, tot de batterij
3
De nieuwe batterij met de pluspool omhoog
#
aanbrengen. Hiervoor een pluisvrije doek
gebruiken.
Het oppervlak van de batterij moet vrij zijn
#
van pluizen, vet of andere verontreinigingen.
Het batterijdeksel
#
met de voorste lippen eerst in de behuizing
aanbrengen en dichtdrukken.
De noodsleutel
#
Problemen met de sleutel
U kunt de auto niet meer ver- of ontgrende‐
len.
Mogelijke oorzaken:
De batterij van de sleutel is zwak of leeg.
R
De sleutel is defect.
R
Met het controlelampje de batterij controle‐
#
ren en eventueel vervangen (
Voor het ver- of ontgrendelen de noodsleutel
#
uit de sleutel valt.
gebruiken (
De sleutel bij een gekwalificeerde werkplaats
#
laten controleren.
1
van het batterijenvak
2
in de sleutel aanbrengen.
pagina 60).
/
pagina 60).
/
Openen en sluiten
Een sterke radiobron veroorzaakt een sto‐
ring.
De sleutelfunctie wordt gestoord door bijvoor‐
beeld:
hoogspanningskabels
R
mobiele telefoons
R
elektronische apparaten (notebooks, tablets)
R
afscherming door metalen voorwerpen of
R
contactlussen voor poort- of slagboominstal‐
laties
Op voldoende afstand tussen de sleutel en
#
een potentiële storingsbron letten.
U heeft een sleutel verloren.
De sleutel bij een gekwalificeerde werkplaats
#
laten blokkeren.
Zo nodig de mechanische sloten laten ver‐
#
vangen.
61
Advertenties
Inhoudsopgave
