122 Rijden en parkeren
j
Parkeerstand
k
Achteruitversnelling
i
Neutraalstand
h
Rijstand
Achteruitversnelling R inschakelen
Het rempedaal indrukken en de E-SELECT-
#
keuzehendel door de eerste weerstand
omhoogdrukken.
Neutraalstand N inschakelen
Het rempedaal indrukken en de E-SELECT-
#
keuzehendel tot de eerste weerstand
omhoog- of omlaagdrukken.
Als vervolgens het rempedaal wordt losgelaten
kan de auto vrij worden bewogen, bijvoorbeeld
om te worden weggeduwd of gesleept.
Als de automatische transmissie in de neu‐
traalstand i
i moet blijven, ook als het con‐
tact is uitgeschakeld:
De auto starten.
#
Het rempedaal indrukken en de neutraal‐
#
stand i inschakelen.
Het rempedaal loslaten.
#
Het contact uitschakelen.
#
%
Wanneer de auto aansluitend wordt verlaten
en de sleutel zich in de auto bevindt, blijft de
automatische transmissie in de neutraal‐
stand i.
Parkeerstand P inschakelen
De aanwijzingen met betrekking tot het afzet‐
#
ten van de auto in acht nemen
(
pagina 127).
/
Het rempedaal indrukken, tot de auto stil‐
#
staat.
Als de auto stilstaat de toets j indrukken.
#
De parkeerstand is pas ingeschakeld, als op
het multifunctioneel display de transmissies‐
tandaanduiding j verschijnt. Wanneer de
transmissiestandaanduiding j niet ver‐
schijnt, de auto tegen wegrollen beveiligen.
Als aan een van de volgende voorwaarden is vol‐
daan, wordt de parkeerstand j automatisch
ingeschakeld:
U schakelt als de auto stilstaat in de trans‐
R
missiestand h of k het contact uit.
U opent als de auto stilstaat of met zeer
R
geringe snelheid rijdt in de transmissiestand
h of k het bestuurdersportier.
%
Om met geopend bestuurdersportier te
manoeuvreren, opent u bij stilstand het
bestuurdersportier en schakelt u opnieuw de
transmissiestand h of k in.
Rijstand D inschakelen
Het rempedaal indrukken en de E-SELECT
#
keuzehendel door de eerste weerstand naar
achteren trekken.