1
Aanbevolen rijstrook
2
Mogelijke rijstrook
3
Niet-aanbevolen rijstroken
De volgende rijstroken worden weergegeven:
Geadviseerde rijstrook
1
R
Op deze rijstrook is het mogelijk om de vol‐
gende en de daaropvolgende rij-aanwijzing
uit te voeren.
Mogelijke rijstrook
2
R
Op deze rijstrook is het mogelijk om de vol‐
gende rij-aanwijzing uit te voeren.
Niet-geadviseerde rijstrook
R
Op deze rijstrook is het niet mogelijk de vol‐
gende rij-aanwijzing zonder veranderen van
rijstrook uit te voeren.
Tijdens het verloop van een rij-aanwijzing kunnen
er extra rijstroken bijkomen.
%
Rijstrookadviezen kunnen ook in het instru‐
mentendisplay worden weergegeven.
Overzicht bestemming bereikt
Als de bestemming is bereikt, ziet u de bestem‐
mingsvlag Í. De routebegeleiding is beëin‐
digd.
Als een tussenbestemming is bereikt, verschijnt
de tussenbestemmingsvlag met het nummer van
de tussenbestemming Î. De routebegelei‐
ding wordt daarna voortgezet.
Gesproken rij-aanwijzing in- en uitschakelen
Voorwaarden
De routebegeleiding is actief.
R
Uitschakelen: Tijdens een gesproken rij-aan‐
#
wijzing op de volumeknop in het multifunctio‐
neel stuurwiel drukken (
De melding
3
zijn uitgeschakeld.
of
Het menu Navigatie weergeven
#
(
pagina 209).
/
!
#
Het symbool wisselt naar #.
Inschakelen: #
#
ren.
De actuele gesproken rij-aanwijzing wordt
weergegeven.
%
In deze situaties worden de gesproken rij-
aanwijzingen automatisch ingeschakeld:
Er wordt een nieuwe routebegeleiding
R
gestart.
De route wordt nieuw berekend.
R
%
Deze functies kunt u onder
aanwijzingen aan/uit
en oproepen.
Multimediasysteem 223
pagina 189).
/
De gesproken rij-aanwijzingen
verschijnt.
Rij-aanwijzing
selecteren.
Rij-aanwijzing
selecte‐
Gesproken rij-
als favoriet toevoegen