De afsluitdop
1
aan de lip lostrekken.
#
Ruitensproeiervloeistof bijvullen.
#
Lucht-waterkanaal vrijhouden
Het gebied tussen de motorkap en de voor‐
#
ruit vrijhouden van afzettingen, bijvoorbeeld
ijs, sneeuw of bladeren.
Reiniging en verzorging
Aanwijzingen met betrekking tot het auto
wassen in een wasstraat
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door verminderde remwerking na het
auto wassen
Nadat de auto is gewassen, hebben de rem‐
men een verminderde remwerking.
Nadat de auto is gewassen, rekening
#
houdend met de verkeerssituatie, voor‐
zichtig afremmen tot de volledige rem‐
werking weer aanwezig is.
* AANWIJZING Beschadiging door zelf‐
standig remmen
Wanneer een van de volgende functies inge‐
schakeld is, remt de auto in bepaalde situ‐
aties automatisch:
Active Brake Assist System
R
Actieve afstandsassistent DISTRONIC
R
Onderhoud en verzorging 305
HOLD-functie
R
Om schade aan de auto te vermijden, deze
systemen in de volgende of vergelijkbare
situaties uitschakelen:
bij het slepen
#
in de wasstraat
#
* AANWIJZING Beschadigingen als gevolg
van ongeschikte wasstraat
Voor het inrijden van een wasstraat
#
controleren of de wasstraat geschikt is
voor de afmetingen van de auto.
Erop letten dat er voldoende bodemvrij‐
#
heid tussen de bodemplaat en de gelei‐
derails van de wasstraat aanwezig is.
Erop letten dat de doorgangsbreedte
#
van de wasstraat, met name de breedte
van de geleiderails, voldoende is.