Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Mercedes-Benz C190 AMG GT 2020 Handleiding pagina 165

Inhoudsopgave

Advertenties

162 Rijden en parkeren
De functie in- O of uitschakelen ª.
#
Dodehoekassistent
Functie van de dodehoekassistent
De dodehoekassistent bewaakt vanaf een snel‐
heid van circa 30 km/h met behulp van twee zij‐
delings naar achteren gerichte radarsensoren
het gebied tot 3 m achter en naast de auto.
Onder 30 km/h is het systeem niet actief en
worden voertuigen, die zich in het controlege‐
bied bevinden, niet herkend.
Als de dodehoekassistent is ingeschakeld,
brandt het waarschuwingslampje in de buiten‐
spiegels tot 30 km/h geel. Vanaf een snelheid
van circa 30 km/h dooft het waarschuwings‐
lampje en is de dodehoekassistent bedrijfsklaar.
Als vanaf een snelheid van circa 30 km/h een
voertuig in het controlegebied wordt herkend,
brandt het waarschuwingslampje in de buiten‐
spiegel rood.
Als een voertuig op geringe afstand opzij wordt
herkend en u de richtingaanwijzer in de betref‐
fende richting inschakelt, klinkt een waarschu‐
wingssignaal en knippert het waarschuwings‐
lampje in de buitenspiegel rood. Als de richting‐
aanwijzer ingeschakeld blijft, worden alle overige
herkende voertuigen alleen weergegeven door
het knipperen van het rode waarschuwings‐
lampje.
Wanneer u een voertuig snel inhaalt, vindt er
geen waarschuwing plaats.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len ondanks de dodehoekassistent
De dodehoekassistent reageert niet op voer‐
tuigen die met een groot snelheidsverschil
naderen en u inhalen.
De dodehoekassistent kan in deze situatie
niet waarschuwen.
De verkeerssituatie altijd goed in de
#
gaten houden en voldoende zijdelingse
afstand aanhouden.
De dodehoekassistent is slechts een hulpmiddel.
Deze herkent mogelijk niet alle voertuigen en
ontslaat u er niet van zelf goed te blijven oplet‐
ten. Altijd voldoende zijdelingse afstand tot
andere verkeersdeelnemers en obstakels aan‐
houden.
Systeemgrenzen
Het systeem kan in de volgende situaties
beperkt zijn:
De sensoren zijn vervuild of afgedekt.
R
Het zicht is slecht, bijvoorbeeld door mist,
R
hevige regen, sneeuw of spatwater.
Er bevinden zich smalle voertuigen, bijvoor‐
R
beeld fietsen, in het controlegebied.
Bij zeer smalle of zeer brede rijstroken,
R
vooral bij sterk zijdelings versprongen rij‐
dende voertuigen.
Bij vangrails en dergelijke obstakels kunnen
ongegronde waarschuwingen worden gegeven.
Als lang naast lange voertuigen wordt gereden,
bijvoorbeeld een vrachtwagen, kan de waarschu‐
wing worden onderbroken.
Bij ingeschakelde achteruitversnelling is de
dodehoekassistent niet bedrijfsklaar.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave