38
Veiligheid voor inzittenden
De veiligheidsgordel altijd slechts voor
#
één persoon gebruiken.
Functie van de gordelaanpassing
®
Auto's met PRE-SAFE
: Als de veiligheidsgordel
niet strak tegen het lichaam aan ligt, kan auto‐
matisch een gordelaanpassing met een bepaalde
terugtrekkracht plaatsvinden. De veiligheidsgor‐
del daarbij niet vasthouden.
De gordelaanpassing kan via het multimediasys‐
teem worden in- of uitgeschakeld
(
pagina 38).
/
Veiligheidsgordel afdoen
De ontgrendelingsknop in het gordelslot
#
indrukken en de veiligheidsgordel met de
gordelslottong teruggeleiden.
Gordelaanpassing via het multimediasys‐
teem in- of uitschakelen
Multimediasysteem:
Voertuig
î Voertuiginstellingen
4
5
Gordelaanpassing
5
De functie in- O of uitschakelen ª.
#
Werking van de gordelwaarschuwing voor
bestuurder en passagier
Het waarschuwingslampje veiligheidsgordel
ü op het instrumentendisplay maakt u erop
attent, dat alle inzittenden de veiligheidsgordel
correct moeten omgespen.
Bovendien kan een waarschuwingssignaal klin‐
ken.
De gordelwaarschuwing stopt zodra de bestuur‐
der en passagier de veiligheidsgordel hebben
omgegespt.
Airbags
Overzicht van de airbags
1
Bestuurdersairbag
2
Passagiersairbag
3
Passagierskneebag
4
Windowbag
5
Sidebags
6
Bestuurderskneebag
De inbouwplaats van een airbag is herkenbaar
aan het opschrift AIRBAG.