De automatische transmissie schakelt de ver‐
snellingen in de transmissiestand h automa‐
tisch. Dit is afhankelijk van de volgende factoren:
Het geselecteerde rijprogramma
R
De stand van het gaspedaal
R
De gereden snelheid
R
Aanwijzingen bij het tussengas
Het tussengas is in alle rijprogramma's actief bij
het terugschakelen. Het tussengas vermindert
lastwisselreacties en ondersteunt een sportieve
rijstijl. De akoestische waarneming van het tus‐
sengas is afhankelijk van het rijprogramma.
Auto vrij rijden
Het vrij rijden van de auto kan helpen om een in
modder of sneeuw vastgereden auto vrij te krij‐
gen.
Om los te rijden de E-SELECT keuzehendel tot
voorbij het drukpunt omhoog en omlaag bewe‐
gen, en zo tussen de transmissiestanden h en
k heen en weer te schakelen (
%
De maximumsnelheid bij het heen en weer
schakelen tussen h en k bedraagt
9 km/h.
Handmatig schakelen
pagina 121).
/
Rijden en parkeren 123
Activeren/deactiveren: De displaytoets
#
indrukken.
De displaytoets toont de actueel geselec‐
teerde transmissie-instelling 2:
M (rood): Handmatig schakelen
R
D (blauw): Automatisch
R
%
Om de versnellingen in het rijprogramma
= permanent zelf met de stuurwielscha‐
kelpaddles te schakelen, de instelling M
(handmatig) voor de transmissie selecteren.
* AANWIJZING Beschadiging van de
motor door te laat opschakelen
De automatische transmissie schakelt in de
handmatige modus ook bij het bereiken van
het afregeltoerental van de motor niet op.
Om het overschrijden van het maximumtoe‐
rental van de motor te vermijden wordt de
benzinetoevoer onderbroken.
Opschakelen voordat het motortoeren‐
#
tal het rode gebied in de toerenteller
bereikt.
1