142 Rijden en parkeren
vooral op letten als de auto beladen is. Zo wordt
gebruikgemaakt van de remwerking van de
motor. Daardoor wordt het remsysteem ontlast
en wordt voorkomen dat de remmen oververhit
raken en te snel slijten.
De TEMPOMAT in de volgende situaties niet
gebruiken:
In verkeerssituaties met veelvuldige snel‐
R
heidswisselingen, bijvoorbeeld bij druk ver‐
keer of op wegen met veel bochten.
Op gladde wegen. De aangedreven wielen
R
kunnen bij het accelereren hun grip verliezen
en de auto kan in een slip raken.
Als bij slecht zicht wordt gereden.
R
Functie van de limiter
De limiter begrenst de snelheid van de auto. Om
op de opgeslagen snelheid af te regelen, remt de
limiter automatisch.
De snelheid kan op de volgende manieren wor‐
den begrensd:
Variabel: Voor snelheidsbeperkingen, bijvoor‐
R
beeld binnen de bebouwde kom
Permanent: Voor langdurige snelheidsbeper‐
R
kingen, bijvoorbeeld bij gebruik van winter‐
banden
De variabele limiter wordt bediend met de over‐
eenkomstige stuurwieltoetsen. U kunt elke snel‐
heid vanaf 30 km/h tot 250 km/h of tot de
opgeslagen winterbandenlimiet instellen. Als de
auto is gestart, kunt u de instelling ook uitvoeren
bij stilstaande auto.
De aanwijzingen met betrekking tot de rijsyste‐
men en uw verantwoording in acht nemen,
anders kunt u gevaren niet herkennen
(
pagina 133).
/
Weergaven op het multifunctioneel display
È (grijs): Variabele limiter is geselecteerd,
R
maar nog niet geactiveerd.
È (knippert grijs): Variabele limiter is tij‐
R
delijk passief.
È (groen): Variabele limiter is geacti‐
R
veerd.
Een opgeslagen snelheid wordt naast de weer‐
gave È weergegeven. In de snelheidsmeter
worden de segmenten tot de actueel opgeslagen
snelheid verlicht.
%
Als de gereden snelheid hoger dan de opge‐
slagen snelheid is, knippert de aanduiding
È.
Kickdown
Als het gaspedaal tot voorbij het drukpunt wordt
ingedrukt (kickdown), wordt de variabele limiter
passief geschakeld. Op het multifunctioneel dis‐
play verschijnt de melding
Limiter
Als de kickdown is beëindigd, wordt de variabele
limiter in de volgende situaties opnieuw geacti‐
veerd:
De rijsnelheid daalt tot onder de opgeslagen
R
snelheid.
De opgeslagen snelheid wordt opgeroepen.
R
Een nieuwe snelheid wordt opgeslagen.
R
passief.