56
Veiligheid voor inzittenden
zitjesbevestigingssystemen" in acht nemen
(
pagina 53).
/
O De leuning van een naar voren gericht kin‐
derzitjesbevestigingssysteem moet zo volle‐
dig mogelijk tegen de rugleuning van de
passagiersstoel aan liggen.
O Bij bepaalde kinderzitjesbevestigingssyste‐
men van de gewichtsgroepen II of III kan het
gebeuren dat het kinderzitjesbevestigings‐
systeem niet op de maximumgrootte kan
worden ingesteld, bijvoorbeeld door moge‐
lijk contact met het dak.
O Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag
niet onder spanning en/of getordeerd tus‐
sen het dak en het zitvlak worden inge‐
bouwd.
O Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag
niet door de hoofdsteun worden belast. De
hoofdsteunen overeenkomstig instellen.
O Nooit voorwerpen, zoals een kussen, onder
of achter het kinderzitjesbevestigingssys‐
teem leggen.
De passagiersstoel zo ver mogelijk naar ach‐
#
teren instellen en de stoel zo mogelijk in de
bovenste stand zetten.
De rugleuning zo rechtop mogelijk instellen.
#
Het kinderzitjesbevestigingssysteem monte‐
#
ren.
Het draagvlak van het kinderzitjesbevesti‐
gingssysteem moet volledig op het zitvlak
van de passagiersstoel rusten.
Altijd de correcte ligging van de schoudergor‐
#
del vanaf de gordeldoorvoeropening van de
auto naar de schoudergordelgeleiding van
het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht
nemen.
De schoudergordelband moet vanaf de gor‐
deldoorvoeropening naar voren en omlaag
verlopen.
De passagiersstoel indien nodig overeenkom‐
#
stig instellen.
Aanwijzingen met betrekking tot huisdieren
in de auto
& WAARSCHUWING Ongeval‑ en letselge‐
vaar door onbewaakte, niet vastgezette
dieren in de auto
Als dieren zonder toezicht of los in de auto
worden gelaten, kunnen ze bijvoorbeeld toet‐
sen of schakelaars indrukken.
Daardoor kunnen dieren:
Uitrustingen van de auto activeren en bij‐
R
voorbeeld bekneld raken.
Systemen in‑ of uitschakelen en daardoor
R
andere verkeersdeelnemers in gevaar
brengen.
Bovendien kunnen niet-vastgezette dieren bij
een ongeval of abrupte stuur‑ en remma‐
noeuvres door de auto vliegen en daarbij
inzittenden verwonden.
Dieren nooit zonder toezicht in de auto
#
laten.