4
Raak [Details] aan.
5
Controleer het overlaybestand.
BU kunt slechts één pagina in één
kleur registreren bij [Stempelge-
gevens]. Geef voor bestaande
overlaybestanden die uit meer-
dere pagina's of meerdere kleu-
ren bestaan de miniatuur van de
pagina in de gewenste kleur weer.
6
Raak [Opzoeken] aan.
7
Raak [Sluit] aan.
BRaak [Verander gegevens] aan om
terug te keren naar stap 3 en de
data opnieuw te selecteren.
8
Raak [Sluit] aan.
Hoofdstuk 3 Functies voor het maken van masters
BNaast de functie [Register] kunt u de
volgende functies uitvoeren in het
scherm [Stempelgegevens]:
C[Wijzig]
U kunt de geregistreerde stempel-
gegevens in andere data wijzigen.
C[Hernoemen]
U kunt de naam van de geregi-
streerde knop wijzigen.
C[Verwijd.]
U kunt de status van de knop wij-
zigen van geregistreerd in onge-
registreerd.
Tweekleurig afdrukken met [Stempel]
1
Geef het basisscherm voor het
maken van masters in de twee-
kleurige modus weer.
2
Raak [Stempel] op het tabblad
[Functies] aan.
3
Raak het overlaybestand aan dat u
wilt gebruiken.
BU dient het bestand van tevoren
te registreren bij [Stempelgege-
vens]
(A
140) onder [Admin.].
4
Raak [OK] aan.
5
Plaats een papieren origineel
(A
33 "Plaatsing van originelen")
6
Geef de afdrukinstellingen op.
Stel de volgende instellingen naar wens in:
Het is handig om [Voorbeeld]
kelen omdat u hiermee kunt controleren of de
richting van de [Stempelgegevens] en het
papieren origineel met elkaar overeenstemmen
voordat u overgaat tot het maken van een mas-
ter.
93
3
(A
83) in te scha-