60
Hoofdstuk 3 Functies voor het maken van masters
■ Type [Scheiding]
Er zijn vier typen [Scheiding].
Raadpleeg onderstaand schema om te bepalen welk
type het meest geschikt is.
Nee
Is het origineel een
papieren origineel?
Is het origineel
beschrijfbaar?
Nee
Bestaat het origineel
uit meerdere kleuren?
Nee
Bevat het
origineel foto's?
Bevat het
origineel foto's?
Nee
[Kleuropmaker]
*
(A
67)
*
Met behulp van [Kleuropmaker] kunt u niet alleen papieren
originelen scheiden, maar ook origineeldata die zijn opge-
slagen onder [Opslaggeheugen] of [USB-Takenlijst] op
deze machine.
Bovendien kunt u met het printerstuurprogramma origi-
neeldata scheiden die op een computer zijn aangemaakt.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het printerstuur-
programma (dvd-rom) voor meer informatie.
BDeze functie is niet beschikbaar bij gebruik
van de volgende functies:
C[Aanbev. Voorbeeld]
C[Multi-Op Afdrukken]
C[2 Op]
C[Lay-out]
C[Bindmarge aanp.]
C[Boekschaduw]
C[Stempel]
C[1 zijde mast maken]
BU kunt een van de [Scheiding]-typen selec-
teren en als functieknop aan het tabblad
[Functies] toevoegen. Registreer de func-
tieknop met [Easy 2kleur]
[Admin.].
Ja
Ja
[Opgegeven zone]
(A
64)
Ja
[Kleurscheiding] -
Ja
[Fotokleursch.]
(A
63)
Nee
[Kleurscheiding] -
[Tekstkleurscheid.]
(A
60)
Ja
[Scheidingsblad]
(A
66)
(A
69)
(A
75)
(A
80)
(A
73)
(A
82)
(A
57)
(A
92)
(A
101)
(A
138) onder
[Kleurscheiding] - [Tekstkleurs-
cheid.]
Kies deze optie voor originelen die geen foto's bevat-
ten.
U kunt de kleuren in het origineel selecteren en een
kleurscheiding uitvoeren.
Afdruktrommel 1
(Zwarte gedeelte)
Tweekleurig
origineel
U kunt kiezen uit vijf scheidingsmethoden (zoals
[Rode scheiding]) op basis van de kenmerken van de
kleuren (schakering en levendigheid) die in het origi-
neel zijn gebruikt.
BWanneer u [Tekstkleurscheid.] gebruikt,
wordt [Afbeelding] automatisch inge-
steld op [Lijn].
BU kunt deze optie niet gebruiken in
combinatie met [Auto] onder [Contrast]
(A
56).
BU kunt de standaardinstelling [Tekstkleur-
scheid.] wijzigen bij [Tkstkl. afz. ins.]
(A
138) onder [Admin.].
1
Geef het basisscherm voor het
maken van masters in de twee-
kleurige modus weer.
Raak in het scherm [HOME]
Tweekleurig] aan.
2
Plaats een origineel.
(A
33 "Plaatsing van originelen")
3
Plaats het papier.
(A
30 "De papierinvoerlade en het papier
gebruiksklaar maken")
4
Plaats de papierontvangstlade.
(A
31 "De papierontvangstlade gebruiksklaar
maken")
Afdruktrommel 2
(Rode gedeelte)
Afdrukresul-
taat
(A
24) [m