■ [Uitzetten]
U kunt de machine blokkeren voor specifieke
gebruikers.
(A
153 "Het gebruik van de machine tijdelijk
blokkeren")
5
Raak [OK] aan.
Verwijder het USB-flash-geheugen voor verifi-
catie, als deze in de USB-poort is geplaatst.
Wanneer de registratie is voltooid, geeft u de
gebruiker de volgende informatie.
■ Als [Herkend door] op [PIN-code] is
ingesteld
• Gebruikersregistratienummer
• PIN-code
■ Als [Herkend door] op [USB-flash-
geh.] of [IC-kaart] is ingesteld
• Gebruikersregistratienummer
• USB-flash-geheugen voor verificatie of IC-
kaart
BHet gebruikersregistratienummer is
nodig voor het gebruik van [Afdruk-
ken met id].
■ De gebruikersnaam wijzigen
1
Raak [Hernoemen] aan.
2
Voer de gebruikersnaam in.
(A
27 "Scherm [Hernoemen]")
3
Raak [OK] aan.
Het scherm [Register] wordt weergegeven.
■ De groep instellen
1
Raak [Groep] aan.
2
Raak de groep aan die u wilt instel-
len.
BAls u geen groep wilt instellen, raakt
u [UIT] aan.
Hoofdstuk 7 De bedieningsinstellingen opgeven
3
Raak [OK] aan.
Het scherm [Register] wordt weergegeven.
■ Instellen hoeveel kopieën maximaal kun-
nen worden gebruikt
1
Raak [Limiet] aan.
2
Voer het maximum aantal kopieën
voor afdrukken en het maken van
masters in.
Raak het invoerveld van [Limiet T/C] of [Limiet
M/C] aan en voer het maximale aantal kopieën
in met behulp van de numerieke toetsen.
Wanneer het maximum aantal kopieën op 0 is
ingesteld, wordt geen limiet toegepast.
BIn [Huidig T/C] en [Huidig M/C]
wordt respectievelijk aangegeven
hoeveel kopieën de gebruiker heeft
afgedrukt of hoeveel masters de
gebruiker tot dusver heeft gemaakt.
BAls u de teller voor [Huidig T/C] en
[Huidig M/C] op nul wilt instellen,
raakt u [
T ] aan.
3
Raak [OK] aan.
Het scherm [Register] wordt weergegeven.
■ Het gebruik van de machine tijdelijk
blokkeren
1
Raak [Uitzetten] aan.
[Uitzetten] wordt ingeschakeld.
BRaak nogmaals [Uitzetten] aan om
de tijdelijke blokkering op te heffen.
BTijdelijke blokkering van de machine
voor de beheerder is niet mogelijk.
153
7