58
Hoofdstuk 3 Functies voor het maken van masters
BAls u [Auto] kiest, worden de vol-
gende delen van de afbeelding
ook gewist of gerasterd.
CEen zwart vlak aan de rand van
CEen zwart vlak bij de rugmarge
■ [20mm] t/m [80mm]
U kunt deze knoppen alleen kiezen als [Wis] is
gekozen.
BWanneer u een andere knop dan
[Auto] kiest, wordt de schaduw
rond het origineel niet gewist.
4
Kies een origineelformaat.
Als u een andere knop dan [Auto] kiest voor
[Wisbreedte], kiest u een formaat dat groot
genoeg is voor het geopende boek.
Het middengedeelte van de bij [Pag.afmet.]
geselecteerde paginagrootte wordt gewist.
5
Raak [OK] aan.
Als [Paginadeling] is ingeschakeld, plaatst u
het papier zodanig dat de korte zijde eerst
wordt ingevoerd.
BAls [Paginadeling] is ingescha-
keld, wordt het origineel twee-
maal gescand. Verwijder het
origineel niet voordat het scan-
nen is voltooid.
het origineel
Papierinvoerrichting
Korte zijde
Lange zijde
Inkt besparen [Inktbesparing]
Door [Inktbesparing] in te schakelen wanneer u een
master maakt, kunt u bij het afdrukken inkt bespa-
ren.
BWanneer [Inktbesparing] is ingescha-
keld, wordt de afdrukzwarting verlaagd.
BZelfs als u de instelling van [Inktbespa-
ring] tijdens de afdrukprocedure veran-
dert, wordt de nieuwe instelling niet
toegepast op de master die al is
gemaakt en op de afdruktrommel is
geplaatst. De gewijzigde [Inktbespa-
ring]-instelling wordt gebruikt voor het
maken van de volgende master.
BAls [Inktbesparing] is ingeschakeld, kun-
nen de instellingen van de volgende func-
ties niet worden veranderd.
(A
C[Contrast]
C[Afdrukzwarting]
C[Boekschaduw]
C[Voorbeeld]
(A
C[Overlay]
1
Raak [Inktbesparing] op het tab-
blad [Functies] aan.
BAls [Inktbesparing] is ingeschakeld
terwijl een master wordt gemaakt,
wordt het pictogram [S] weergege-
ven in het meldingengebied.
56)
(A
97)
(A
57)
(A
83)
91)