152
Hoofdstuk 7 De bedieningsinstellingen opgeven
1
Raak [Gebrkr aanmaken] aan in
het scherm [Gebruikersbeheer].
2
Raak het gebruikersregistratie-
nummer aan dat aan de gebruiker
moet worden toegewezen.
Het scherm [Register] wordt weergegeven.
BAls er geen beheerder is geregi-
streerd, kunt u geen algemene
gebruikers registreren. Regi-
streer eerst de beheerder.
BU kunt geen nummers kiezen waar-
voor al gebruikers zijn geregi-
streerd.
3
Registreer de informatie voor veri-
ficatie.
■ Bij gebruik van een PIN-code
Voer de PIN-code in met de numerieke toetsen.
De ingevoerde code wordt weergegeven.
■ Bij gebruik van een USB-flash-
geheugen
Plaats een USB-flash-geheugen dat voor verifi-
catie moet worden geregistreerd.
Het nummer van dit USB-flash-geheugen wordt
weergegeven (u kunt dit nummer niet wijzigen).
■ Bij gebruik van een IC-kaart
Houd de IC-kaart die voor verificatie moet wor-
den geregistreerd, boven de lezer.
Het nummer van deze IC-kaart wordt weerge-
geven (u kunt dit nummer niet wijzigen).
4
Stel de gebruikersinformatie in.
Stel de volgende items naar wens in:
■ [Hernoemen]
U kunt de gebruikersnaam wijzigen. De naam
die hier wordt ingesteld, wordt weergegeven in
"USERNAME" (gebruikersnaam) in het CSV-
bestand dat wordt opgeslagen via [ID-teller-
rapport.]
(A
122).
(A
153 "De gebruikersnaam wijzigen")
■ [Groep]
U kunt opgeven tot welke groep (bijvoorbeeld
afdeling) de gebruiker behoort. Wanneer dit
item is ingesteld, wordt het totale aantal voor
elke groep weergegeven in het CSV-bestand
dat wordt opgeslagen via [ID-teller-rapport.]
(A
122).
(A
153 "De groep instellen")
■ [Limiet]
U kunt opgeven hoeveel kopieën de gebruiker
maximaal kan gebruiken voor het maken van
masters of afdrukken.
(A
153 "Instellen hoeveel kopieën maximaal
kunnen worden gebruikt")