186
Hoofdstuk 11 Probleemoplossing
Code
Melding
F81
Eén van beide masters
is gemaakt
in inktbesparingsproces
Tweekleurig printen
uitvoeren?
F85
Scannen is niet mogelijk!
De externe controller is niet
verbonden
of de verbinding wordt verwerkt.
Kabelverbinding controleren
F93
Controleer de instellingen
De gekozen reproductie-
verhouding past niet binnen
het max. afdrukgebied
F94
-- Beschermen --
F95
Verwijder huidige
master
F96
Geef dit bericht door
aan uw beheerder
Einddatum voor
ID-teller-rapportage
G02
Decoderen afdrukken taakgeheug.
mislukt
Controleer positie origineel
G03
Onjuist origineel.
Plaats het volgende origineel.
G04
Afdrukken is niet beschikbaar voor
dit origineel in de huidige modus
Selecteer de afdrukmodus opnieuw
G05
INKT 2
bijna verlopen
Gebruik of vervang
binnenkort
G06
INKT 1 & INKT 2
bijna verlopen
Gebruik of vervang
binnenkort
Handeling
Hoewel u door kunt gaan met afdrukken door [Vervolgen] aan te raken,
zal het afdrukresultaat mogelijk niet naar wens zijn door verschillen in
de afdrukzwarting van afdruktrommel 1 en 2. We raden u aan om [Inkt-
besparing] voor beide afdruktrommels op ON of OFF te zetten, een
nieuwe master te maken en vervolgens af te drukken.
Controleer of de optionele RISO Controller IS300 (RISO-controller
IS300) goed is aangesloten.
Als de RISO Controller IS300 (RISO-controller IS300) niet is aangeslo-
ten, stelt u [Ext. controller]
Raak [Afmetingen]
(A
70) aan en wijzig vervolgens het vergrotingsper-
centage.
U kunt ook [Vervolgen] aanraken zonder het vergrotingspercentage te
veranderen. Dit kan echter leiden tot een incomplete afdruk, omdat het
gedeelte dat buiten het gebied voor masteraanmaak
de master wordt opgenomen.
Raak [OK] aan om [Vertrouw.]
(A
155 "De gebruikte master beheren [Beschermen]")
Vertel de beheerder dat de dag voor ID-teller rapportage is aangebroken.
BTotdat [Uitvoer rapportage]
waarschuwingsscherm weergegeven telkens wanneer de
machine wordt aangezet. Als u [Uitvoer rapportage] niet wilt
uitvoeren voor de huidige maand, raakt u [Herinnering stop-
pen] aan onder [ID-teller-rapport.]
Als het papieren geheugenorigineel niet recht op de glasplaat ligt,
wordt het mogelijk niet goed gescand.
Plaats het origineel opnieuw.
Als de glasplaat of het beschermkussen van het deksel vuil is, wordt
het papieren geheugenorigineel mogelijk niet goed gescand.
Reinig de glasplaat en scan het origineel opnieuw.
(A
177 "Glasplaat en beschermkussen van deksel")
Als het papieren geheugenorigineel gevlekt, gekreukeld of gevouwen
is, of als het beschreven is in een niet daarvoor bestemd gebied
(A
88), wordt het mogelijk niet goed gescand.
We raden u aan om het papieren geheugenorigineel nogmaals af te
drukken op een schoon vel papier.
Controleer het kopgedeelte van het papieren geheugenorigineel.
Plaats het origineel aan de hand van de informatie in het foutscherm.
Schakel over op de modus (eenkleurig of tweekleurig) die in het fout-
scherm wordt weergegeven. Druk op de toets [HOME] en schakel over
op de andere modus in het scherm [HOME].
Gebruik de inktpatroon binnen ca. 24 maanden na de productiedatum
voor optimale resultaten.
Gebruik de inktpatroon binnen ca. 24 maanden na de productiedatum
voor optimale resultaten.
(A
140) bij [Admin.] in op [UIT].
(A
119) uit te voeren.
(A
122) is uitgevoerd, wordt een
(A
122).
(A
18) valt, niet in