Inhoudsopgave
Advertenties
4
Plaats het papier.
(A
30 "De papierinvoerlade en het papier
gebruiksklaar maken")
5
Plaats de papierontvangstlade.
(A
31 "De papierontvangstlade gebruiksklaar
maken")
6
Raak [Scheiding] op het tabblad
[Functies] aan.
7
Raak [Scheidingsblad] aan.
BRechts onder in het scherm wordt
weergegeven welke afdruktrommel
is toegewezen aan het origineel. [k
(afdruktrommel 1)] of [l (afdruk-
trommel 2)]. Raak [Kl.wissel] aan
om over te schakelen op een
andere afdruktrommel.
8
Raak [OK] aan.
9
Geef de andere gewenste afdrukin-
stellingen op.
(A
52 "Functies voor het maken van masters")
10
Druk op de toets [START].
Het overtrekpapier wordt gescand.
■ Bij gebruik van de glasplaat in stap
3
Nadat het overtrekpapier is gescand, wordt het
basisscherm voor het maken van masters
weergegeven.
Verwijder het overtrekpapier van de glasplaat
en plaats het origineel. Sluit vervolgens de klep
en druk op de toets [START].
■ Bij gebruik van de automatische
documentinvoer in stap 3
Nadat het overtrekpapier is gescand, wordt het
origineel gescand.
Hoofdstuk 3 Functies voor het maken van masters
11
Controleer of de scheiding naar
wens is.
Nadat het origineel is gescand wordt het
scherm [Voorbeeld]
• Raak [Vervolgen] om de master te maken.
• Raak [Opmaker] aan om het scherm [Opma-
ker] te openen. U kunt de gedeelten die u wilt
scheiden via het touchpaneel wijzigen.
[Kleuropmaker]
Kies deze optie voor originelen die geen foto's bevat-
ten.
U kunt via het touchpaneel het gebied opgeven dat u
wilt scheiden.
U kunt niet alleen papieren originelen scheiden, maar
ook origineeldata die zijn opgeslagen onder [Opslag-
geheugen] of [USB-Takenlijst].
BAls papieren originelen worden
gescand met [Kleuropmaker], wordt
[Afbeelding] automatisch ingesteld op
[Lijn]. Voor papieren originelen die
foto's bevatten, gebruikt u [Opgegeven
zone] of [Scheidingsblad].
B[Kleuropmaker] is een gespecialiseerde
functie voor het opgeven van gebieden
die moeten worden gescheiden. In
tegenstelling tot [Opmaker] zijn de vol-
gende bewerkingen daarom niet moge-
lijk:
CU kunt het gecreëerde gebied niet
bewerken. (U kunt het gebied niet
selecteren, zelfs niet als u het venster
binnen het gebied aanraakt.)
CU kunt de functie [Beeld overlay] niet
gebruiken.
CU kunt tijdens het bewerken niet tijde-
lijk opslaan of terughalen.
(A
83) weergegeven.
67
3
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
