Menu [Monitoring]
U kunt de status en systeeminformatie van de
machine controleren en het aanmeldingswacht-
woord wijzigen.
Tabblad [General]
U kunt de status van de machine controleren.
■ De status van de machine
Hier ziet u een bericht zoals [Ready to print.] of [Slee-
ping.]. Als een fout optreedt in de machine, wordt een
foutmelding weergegeven.
■ Consumables Amount
[Standard tray]
Geeft naast de resterende hoeveelheid papier in de
papierinvoerlade info over [Paper size] en [Paper
finish] weer.
[Master]
Geeft de resterende hoeveelheid mastermateriaal in
de machine aan.
Als het papier bijna op is, knippert de indicator voor de
resterende hoeveelheid.
[Ink]
Geeft de resterende hoeveelheid inkt in de machine
aan.
Als er niet veel meer aanwezig is, knippert de indica-
tor voor de resterende hoeveelheid.
■ Disposal Box Space
Geeft aan hoeveel ruimte er nog is in de masterafval-
bak.
Als de masterafvalbak bijna vol is, knippert de indica-
tor voor de resterende hoeveelheid.
■ Drum Information
Geeft het formaat en de kleur van de afdruktrommel in
de machine aan.
■ Count
[Total Print Count]
Geeft aan hoeveel kopieën in totaal op de machine
zijn afgedrukt. Testkopieën die tijdens het maken van
masters zijn uitgevoerd, worden niet meegeteld.
[Total Master Count]
Geeft aan hoeveel procedures voor het maken van
masters in totaal op de machine zijn uitgevoerd.
De waarde omvat het aantal [Inktverdeling]- en [Ver-
trouw.]-procedures dat is uitgevoerd.
Tabblad [System]
U kunt de systeeminformatie van de machine contro-
leren.
Tabblad [User]
U kunt het wachtwoord voor aanmelding bij de RISO
Console wijzigen.
1
Klik op [Change password].
159
Hoofdstuk 8 RISO Console
8