Inhoudsopgave
Advertenties
38
Hoofdstuk 2 Basishandelingen
BHet papierformaat dat u kunt
gebruiken is voor afdruktrommel
1 en 2 verschillend.
"Papierformaat")
BDe optionele A4 / Letter-afdruk-
trommel kan alleen worden
gebruikt als afdruktrommel 1.
Als echter de kleur die voor de A4 /
Letter-afdruktrommel is ingesteld
dezelfde is als voor afdruktrommel
2 en het papier een standaardfor-
maat heeft, wordt in de volgende
situaties automatisch van afdruk-
trommel gewisseld.
CAls het reproductieformaat een
CAls het reproductieformaat een
BAls afdruktrommel 1 en 2 dezelfde
kleur en hetzelfde formaat hebben,
kunt u [l] niet selecteren.
3
Raak [MasterMake] aan.
Het basisscherm voor het maken van masters
in één kleur wordt weergegeven.
4
Plaats een origineel.
(A
33 "Plaatsing van originelen")
BHet formaat van het geplaatste origi-
neel wordt bij [Pagina] in het basis-
scherm voor het maken van
masters weergegeven. Als het
weergegeven formaat afwijkt van
dat van het geplaatste origineel,
plaatst u het origineel opnieuw.
5
Controleer het papier.
(A
30 "De papierinvoerlade en het papier
gebruiksklaar maken")
(A
15
standaardformaat wordt dat
groter is dan A4 / Letter, wordt
afdruktrommel 2 gebruikt.
standaardformaat wordt dat niet
groter is dan A4 / Letter, wordt
afdruktrommel 1 gebruikt.
BHet papierformaat dat u kunt
gebruiken is voor afdruktrommel
1 en 2 verschillend.
"Papierformaat")
BHet formaat van het geplaatste papier
wordt bij [Papier] in het basisscherm
voor het maken van masters weerge-
geven. Als het weergegeven formaat
afwijkt van dat van het geplaatste
papier, plaatst u het papier opnieuw.
BDe stand van de instelhendel voor
de papierinvoer
[Papier] in het basisscherm voor het
maken van masters weergegeven.
6
Controleer de papierontvangstlade.
(A
31 "De papierontvangstlade gebruiksklaar
maken")
7
Controleer de instelling van [Auto
verwerking].
(A
28 "Wat is [Auto verwerking]?")
BWanneer u originelen in de optio-
nele automatische documentinvoer
plaatst, wordt [Auto verwerking]
automatisch ingeschakeld.
U kunt de standaardinstelling wijzi-
gen bij [ADF Auto verwerking]
(A
138) onder [Admin.].
8
Geef de instellingen voor het
maken van masters op.
(A
52 "Functies voor het maken van masters")
(A
108 "Nuttige functies")
9
Geef met de numerieke toetsen op
hoeveel kopieën moeten worden
afgedrukt.
10
Druk op de toets [START].
De procedure voor het maken van een master
wordt gestart en er wordt een testkopie gemaakt.
• Als [Auto verwerking] aan is, gaat u naar stap
13.
• Als [Auto verwerking] uit is, gaat u naar stap 11.
BAls eenkleurig afdrukken wordt
uitgevoerd met afdruktrommel 2,
wordt de procedure [Vertrouw.]
(A
119) met afdruktrommel (cilin-
der ) 1 mogelijk automatisch uit-
gevoerd tijdens het maken van
een master.
(A
15
(A
31) wordt naast
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
