Inhoudsopgave
Advertenties
196
Hoofdstuk 11 Probleemoplossing
Probleem
De randen van de kopieën
zijn met inkt bevlekt.
De achterkant van de afdruk-
ken is met inkt bevlekt.
Uit te voeren controle
Controleer of het papier dat
voor het maken van de mas-
ter in de papierinvoerlade is
geplaatst, groter is dan het
origineel.
Controleer of de geleiders
van de papierinvoerlade op
de breedte van het papier
zijn ingesteld tijdens het
maken van de master.
Controleer of [Max. Scan]
ingeschakeld is.
Controleer bij gebruik van dik
papier, zoals een briefkaart,
of de master tijdens het
afdrukken is beschadigd door
een hoek van het papier.
Controleer of de masterrol
sinds het maken van de
vorige master lange tijd niet
is gebruikt.
Controleer of de drukrol
bevuild is met inkt.
Controleer of de geleiders
van de papierinvoerlade op
de breedte van het papier
zijn ingesteld tijdens het
maken van de master.
Controleer of het gebruikte
papier de inkt goed absor-
beert.
Handeling
Plaats papier van hetzelfde formaat als het origineel
in de papierinvoerlade en maak de master.
De afmetingen van de te maken master worden
bepaald op basis van de afmetingen van het papier
in de papierinvoerlade (d.w.z. de afstand tussen de
geleiders van de papierinvoerlade en de lengte van
het papier).
Als het papier dat voor het maken van de master in
de papierinvoerlade is geplaatst, groter is dan het
origineel, worden de randen van het origineel opge-
nomen in de master.
Als het deksel in dat geval niet goed gesloten is, kan
het gebeuren dat de randen van het origineel als
schaduwen worden verwerkt.
Als [Max. Scan]
(A
73) ingeschakeld is, wordt een
master gemaakt in het maximaal afdrukbare gebied van
de afdruktrommel, ongeacht de afmetingen van het ori-
gineel of het afdrukpapier. Als het deksel in dat geval
niet goed gesloten is, kan het gebeuren dat de randen
van het origineel als schaduwen worden verwerkt.
Maak een nieuwe master.
Gebruik papier dat geschikt is voor de machine.
(A
15 "Afdrukpapier")
Maak een nieuwe master.
Verwijder de afdruktrommel en veeg de drukrol af
met een zachte doek of iets dergelijks.
(A
176 "Onderhoud")
Als de afdrukpositie niet overeenkomt met het
papier, kan de drukrol bevuild raken met inkt. Pas de
afdrukpositie aan binnen de papierafmetingen.
Zorg bij het maken van de master dat de geleiders
van de papierinvoerlade tegen het papier aan zitten.
(A
30 "De papierinvoerlade en het papier gebruiks-
klaar maken")
Als de geleiders van de papierinvoerlade niet tegen
het papier aan zitten, wordt een master gemaakt die
breder is dan het papier. Hierdoor wordt inkt achter-
gelaten op de drukrol buiten het papier, wat kan lei-
den tot inktvlekken op afdrukken.
Aangezien het volgende vel wordt ingevoerd voordat
de inkt droogt, wordt de achterkant van afdrukken
met inkt bevlekt.
Voer de volgende stappen uit:
• Gebruik papier dat inkt goed absorbeert.
• Verlaag de afdruksnelheid.
[Interval]
(A
99)
[SPEED]
(A
96)
• Verlaag de afdrukzwarting.
[DENSITY]
(A
97)
[Contrast]
(A
56)
[Inktbesparing]
(A
58)
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
