84
Hoofdstuk 3 Functies voor het maken van masters
Gebruik van het scherm [Voorbeeld]
In dit gedeelte wordt bij wijze van voorbeeld beschreven
hoe u een master maakt voor een papieren origineel.
1
Raak [Voorbeeld] op het tabblad
[Functies] aan.
2
Geef de instellingen voor het
maken van masters op.
(A
52 "Functies voor het maken van masters")
(A
108 "Nuttige functies")
3
Druk op de toets [START].
Het origineel wordt gescand.
Nadat het origineel is gescand, wordt het
scherm [Voorbeeld] weergegeven.
4
Bekijk het voorbeeld.
• Raak [Vervolgen] om de master te maken.
• Raak [Afbrek] om het maken van de master
te annuleren.
BAls [Sluit] wordt weergegeven, raakt
u [Sluit] aan.
Een testkopie van elke pagina
controleren [ADF Semi-Auto]
[ADF Semi-Auto] wordt weergegeven als de optio-
nele automatische documentinvoer is geïnstalleerd.
Wanneer u originelen in de automatische docu-
mentinvoer plaatst en [ADF Semi-Auto] inschakelt,
is de afdrukflow als volgt.
Procedure voor
maken van master
Stoppen
• Aangezien na het maken van de master wordt
gestopt, kunt u een testkopie controleren voordat
een groot aantal afdrukken wordt gemaakt.
• Aangezien na de afdrukprocedure automatisch
wordt begonnen met het maken van de master,
kunt u efficiënt doorgaan met de bewerking.
BZie de volgende pagina voor informatie
over de afdrukflow wanneer [ADF Semi-
Auto] uitgeschakeld is.
(A
28 "Wat is [Auto verwerking]?")
BU kunt de standaardinstelling wijzigen bij
[ADF Semi-Auto]
1
Plaats de originelen in de optionele
automatische documentinvoer.
(A
33 "Plaatsing van originelen")
2
Schakel [Auto verwerking] uit.
Als [Auto verwerking] ingeschakeld is, drukt u
op de toets [AUTO PROCESS] om [Auto ver-
werking] uit te schakelen.
3
Raak [ADF Semi-Auto] op het tab-
blad [Functies] aan.
[ADF Semi-Auto] wordt ingeschakeld.
Afdrukprocedure
(A
138) onder [Admin.].