BCreëer geen punten die een hoog
contrast veroorzaken.
BU kunt maximaal 20 kaders op
een origineel tekenen. Als het ori-
gineel meer dan 20 kaders bevat,
verschijnt een foutmelding.
BHoud minimaal 3 mm ruimte vrij
tussen de kaders. Als kaders te
dicht op elkaar zitten of elkaar
overlappen, worden ze niet als
getekende kaders herkend.
Juist
3 mm
BZorg dat er minimaal 3 mm ruimte
is tussen een letter of afbeelding
en een kader. Het gebied binnen
ongeveer 3 mm vanaf het kader
valt weg.
BTeken geen dubbel kader. Het bin-
nenste kader wordt niet herkend.
Onjuist
BHet kadergebied dat zich buiten
het bereik voor masteraanmaak
(A
18) bevindt, wordt niet
gescheiden.
2
Geef het basisscherm voor het
maken van masters in de twee-
kleurige modus weer.
Raak in het scherm [HOME]
Tweekleurig] aan.
3
Plaats een origineel.
(A
33 "Plaatsing van originelen")
Onjuist
Onjuist
3 mm
(A
24) [m
Hoofdstuk 3 Functies voor het maken van masters
BPlaats deze originelen op de glas-
plaat. De optionele automatische
documentinvoer kan niet worden
gebruikt.
4
Plaats het papier.
(A
30 "De papierinvoerlade en het papier
gebruiksklaar maken")
5
Plaats de papierontvangstlade.
(A
31 "De papierontvangstlade gebruiksklaar
maken")
6
Raak [Scheiding] op het tabblad
[Functies] aan.
7
Raak [Opgegeven zone] aan.
BRechts onder in het scherm wordt
weergegeven welke afdruktrommel
is toegewezen aan het origineel. [k
(Trommel 1)] of [l (Trommel 2)].
Raak [Kl.wissel] aan om over te
schakelen op een andere afdruk-
trommel.
8
Raak [OK] aan.
9
Geef de andere gewenste afdrukin-
stellingen op.
(A
52 "Functies voor het maken van masters")
10
Druk op de toets [START].
Het origineel wordt gescand.
65
3