Aansluitingen
Boutaansluitingen
Materiaalbenodigd-
heden
Aansluitingstype
Smering
Aandraaimoment
92
Sluit de kabels aan op de bijbehorende rails:
•
de voedingskabels aan rails U1, V1, W1,
•
de motorkabels aan rails U2, V2, W2,
•
de manteluiteinden van alle geleiders en de afschermingen van alle
kabels aan de FE-aardingsrail
•
de aardingskabel aan de PE-aardingsrail
•
de potentiaalvereffeningsgeleider aan de PE-aardingsrail
Gebruik roestvrijstalen bouten en moeren met de juiste staalsoort en
eigenschapsklasse voor de aansluiting (aanbevolen: A2-70 [aanduiding
volgens ISO 3506]).
Moeren met een deklaag kunnen worden gebruikt als alternatief voor
onbeklede roestvrije stalen moeren.
Het volgende aansluitingstype wordt aanbevolen wanneer een kabelschoen
(4)
verbonden wordt met een rail:
■
Veerring
(1)
en sluitring
Andere ringen kunnen worden gebruikt, mits zij de vereiste contact-
druk aankunnen.
1
Fig. 6-7
Vastgeschroefde railverbinding
■
Kabelschoenen voor M12 bouten.
Indien u roestvrijstalen bouten en moeren gebruikt, smeert u de schroef-
draad en het hoofdcontactoppervlak van de bout in met behulp van de
aanbevolen pasta's, bijvoorbeeld Molykote D.
Als een gecoate moer (bijvoorbeeld met een coating van gebonden
molybdeendisulfide [MoS2]) gebruikt wordt, hoeft de aansluiting niet
gesmeerd te worden.
Draai de boutverbindingen met bouten van grootte M10 en groter met het
aanbevolen nominale koppel voor de gebruikte boutgrootte aan.
3BHS360367 ZAB NL1 Rev. F
(2)
aan beide zijden van de rail
2
3
2
(3).
1
4
ACS2000 DFE UM