10.3.4
Probleemoplossing
10.4
CDP-bedieningspaneel verwijderen
ACS2000 DFE UM
Wanneer een storing de aandrijving afsluit, ga dan als volgt te werk:
Schakel de hulpvoeding niet uit en probeer geen storingsmelding te
1
resetten voordat alle informatie op het moment van het optreden van
de storing opgeslagen werd.
Selecteer het scherm storingsgeschiedenis op het CDP-bedienings-
2
paneel.
Voor meer informatie, zie
Maak de storingsbuffer niet leeg op dit moment!
Identificeer de storing en noteer deze in het logboek.
3
Merk op dat de storing nu weergegeven wordt op het CDP-bedie-
ningspaneel.
Sla de inhoud van de gegevenslogger op wanneer een pc met Drive-
4
Window of DriveDebug beschikbaar is.
De gegevenslogger geeft informatie (bijvoorbeeld golfvormen van de
spanning, stroom, koppel) voor een efficiënte probleemoplossing.
Neem contact op met de service van ABB als een fout niet kan worden
5
verholpen.
Wanneer u de service van ABB belt, is het raadzaam om volgende
gegevens bij de hand te hebben over het moment waarop de storing
voorgevallen is:
■
Operationele, omgevings- en belastingstoestand
■
Ongewone gebeurtenissen
Nadat de storing is verholpen, start u de aandrijving zoals beschreven in
Hoofdstuk 8 - Werking
Wanneer u het CDP-bedieningspaneel van het montagestuk wenst te
verwijderen, volg dan de onderstaande instructies.
Wanneer het paneel wordt verwijderd terwijl de aandrijving in werking
1
is, controleer dan eerst de instelling van parameter 31.01 PANEL
LOSS SUPERVISION.
Als de parameter is ingesteld op NOT USED (niet gebruikt), kan het
paneel worden verwijderd zonder de werking van de aandrijving te
onderbreken.
Voor meer informatie over parameterinstellingen, zie
parametertabel..
Wanneer het CDP-bedieningspaneel tijdens de werking werd verwijderd,
kan de aandrijving alleen worden gestopt door op de noodstopknop te
drukken.
3BHS360367 ZAB NL1 Rev. F
Hoofdstuk 9 -
CDP-bedieningspaneel.
signaal- en
149