I/O-apparaatidentificatie
56
De I/O-modules zijn bepaald op het deel met een identificatielabel (1), in
het bedradingsschema en in de software bij het identificatienummer van
het bedradingsschema (2).
Fig. 3-8
Identificatie IOEC-module
De manier waarop het identificatienummer gevormd is, komt direct overeen
met het bedradingsschema, zoals in
onderdeel, een assemblage aan. De volgende drie cijfers zijn het pagina-
nummer waarop het onderdeel gelocaliseerd is, op pagina 340. Het laatste
cijfer, 1, betekent dat het onderdeel de eerste assemblage op de pagina is.
Dit identificatienummer is de sleutel om elektrische apparaten in het station
en in de documentatie van ABB bij te houden.
De aanduiding van elke IOEC-module wordt getoond in
Tab. 3-3
Identificatie IOEC-module
Type I/O-module
IOEC1
IOEC2
IOEC3
IOEC4
3BHS360367 ZAB NL1 Rev. F
1
Fig.
3-8. De letter A geeft het soort
Aanduiding bedradingsschema voor identificatie van
module
A3401
A3411
A3421
A3431
2
Tab.
3-3.
ACS2000 DFE UM