3.3.6
Pulsgeverinterface NTAC (optie)
Overzicht
Communicatie met AMC-printplaat
Locatie
ACS2000 DFE UM
De pulsgever is nodig voor toepassingen met constant koppel.
Aansluitingen X1
1
A+
Kanaal A
2
A-
3
B+
Kanaal B
4
B-
5
Z+
Kanaal Z
6
Z-
7
SH
Afscherming
8
SH
De NTAC-module communiceert met de AMC-printplaat van de INU via een
snelle optische verbinding met standaard DDCS-protocol. De optische
vezels zijn aangesloten op kanaal 1 van de AMC-printplaat.
De NTAC-interface is op een DIN-rail gemonteerd in het bedieningscom-
partiment
(Fig.
3-9).
De aangegeven montagepositie is afhankelijk van het aantal optionele
apparaten op het zwenkframe.
3BHS360367 ZAB NL1 Rev. F
Aansluitingen X2
1
-V
2
-V
3
+V
4
24 / 25
5
15
6
24
7
0 V
8
+24 V
INU
AMC-printplaat
DDCS
NTAC
0 V
24 V
67