8.6.1
Verificaties alvorens de aandrijving te starten
8.6.2
De aandrijving op afstand starten
8.6.3
De aandrijving lokaal starten
112
GEVAAR
Gevaarlijke spanning!
Alle afdekkingen moeten op hun plaats worden vastgeschroefd om onbedoeld
contact met onder stroom staande onderdelen te voorkomen.
De handmatige ontgrendeling van de veiligheidsschakelaars van de deur
moet in vergrendelde stand gebeuren. De vergrendelde positie verhindert
dat deuren van middenspanningscompartimenten tijdens het gebruik onbe-
doeld geopend worden.
Wanneer de aandrijving in gebruik wordt genomen nadat deze is gestart,
of nadat deze uit dienst is genomen voor een langere periode, controleert
u de aandrijving op basis van de volgende lijst:
•
Controleer of er geen gereedschap en vreemde voorwerpen worden
achtergelaten in de kast.
•
Controleer of alle hulpvoedingen van externe bronnen zijn ingeschakeld.
•
Controleer of alle interne veiligheidsschakelaars van de aandrijving
zijn gesloten.
•
Controleer of alle deksels goed vastgezet zijn en alle deuren gesloten,
vergrendeld en/of dichtgeschroefd zijn.
•
Controleer of de aardingsschakelaar in de stand not grounded (niet
geaard) staat.
•
Controleer of de MCB in de stand operating (werkend) staat.
•
Controleer of er geen run interlock (vergrendeling) actief is.
Wanneer de aandrijving wordt bediend vanaf de afstandsbediening door
middel van een overkoepelend besturingssysteem of een operator-
besturingsdesk, volg dan de instructies in de betreffende handleidingen.
Controleer of het CDP-bedieningspaneel is aangesloten op de INU.
1
Schakel de lokale bediening van het CDP-bedieningspaneel in.
2
3BHS360367 ZAB NL1 Rev. F
ACS2000 DFE UM