1.2
Algemene veiligheidsinformatie
26
Hou het volgende in acht om de veiligheid te verzekeren en risico's te
vermijden:
•
Voor de aandrijving wordt aangesloten, zorgt u ervoor dat:
•
alle vreemde voorwerpen worden verwijderd van de aandrijving,
•
alle interne en externe deksels goed worden vastgezet en alle
deuren zijn gesloten, vergrendeld en/of dichtgeschroefd,
•
de handmatige ontgrendeling van de veiligheidsschakelaars van
de deur in de vergrendelde stand is.
•
Voor u begint te werken aan het station, zorgt u ervoor dat:
•
de hoofd- en hulpvoeding naar de aandrijving zijn uitgeschakeld
en dat de lockout- en tagout-procedures voltooid zijn,
•
de aandrijving niet aangesloten is,
•
geaarde aansluitingen aanwezig zijn,
•
geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorhanden zijn
en gebruikt worden wanneer nodig,
•
iedereen die betrokken is voldoende geïnformeerd is.
•
Draag oorbeschermers bij het werken in de buurt van de werkende
aandrijving.
•
Voor u gelijktijdig op de aandrijving en de andere systeemapparatuur
van de aandrijving werkt, zorgt u ervoor dat:
•
de relevante veiligheidsvoorschriften en normen in acht worden
genomen,
•
alle energiebronnen van de apparatuur uitgeschakeld worden,
•
lockout- en tagout-apparaten aanwezig zijn,
•
barrières en passende deksels worden gebruikt op apparatuur
die nog steeds aangesloten is,
•
iedereen die betrokken is voldoende geïnformeerd is.
•
In geval van brand in de aandrijfkamer:
•
Houd u aan de regels en voorschriften met betrekking tot de
brandveiligheid.
•
Alleen brandweerlieden met geschikte beschermingsmiddelen
mogen de aandrijfkamer betreden.
3BHS360367 ZAB NL1 Rev. F
ACS2000 DFE UM