2.6
Koelsysteem
2.6.1
Configuratie van de ventilatoreenheid
ACS2000 DFE UM
De standaard aandrijving en de standaard geïntegreerde transformator
zijn elk uitgerust met ventilatoreenheden, waarvan het aantal afhankelijk
is van het formaat van het frame. De aandrijving en de geïntegreerde
transformator kunnen optioneel een redundante ventilatorconfiguratie
hebben, wat een volledige werking in het geval van een ventilatorstoring
verzekert.
Fig. 2-14
Ventilatoreenheden
Ventilatoreenheden hebben enigszins verschillende afmetingen afhankelijk
van het uitgangsvermogen van de aandrijving; het ontwerp en de technische
kenmerken zijn in alle gevallen hetzelfde.
■
ACS2000-aandrijvingen met een uitgangsvermogen van 1 MVA worden
geassocieerd met kleinere ventilatoreenheden:
877 × 653 × 448 mm
■
ACS2000-aandrijvingen met een uitgangsvermogen van 2 tot 4 MVA
worden geassocieerd met grotere ventilatoreenheden:
957 × 764 × 486 mm
3BHS360367 ZAB NL1 Rev. F
41