Bedieningstaken
Parameters
48
De AMC-printplaat heeft specifieke bedienings- en gesloten lustaken. Ze
verwerkt aandrijvings- en statusinformatie, voert de snelheid- en koppel-
bedieningstaken uit en controleert de werking van de aandrijving.
De AMC-printplaat controleert continu alle relevante aandrijvingsvariabelen
(bijvoorbeeld snelheid, koppel, stroom, spanning). Voorgeprogrammeerde
beschermingsfuncties zorgen ervoor dat deze variabelen binnen bepaalde
grenzen blijven om een veilige werking van de aandrijving te behouden.
Deze interne functies zijn niet programmeerbaar door de gebruiker.
Eventueel kan de AMC-printplaat signalen van extern materiaal controleren.
Dit kan geactiveerd en ingesteld worden met Parameters.
Andere algemene bedienings-, beschermings- en controletaken voor de
gehele aandrijving omvatten de bediening en controle van:
■
Hoofdschakelaar
■
Aardingsschakelaar
■
Deurvergrendelingssysteem
■
Koelsysteem
Het besturingssysteem is geconfigureerd, aangepast, en afgestemd met
een set toepassingsparameters. De toepassingsparameters zijn georgani-
seerd in functionele groepen en hebben in de fabriek ingestelde standaard
waarden.
De standaard parameterwaarden worden ingesteld tijdens de inbedrijfstelling
van de specifieke toepassing van de aandrijving om de specifieke bedie-
nings-, bewakings- en beschermingsfuncties voor het aandrijvingsproces te
activeren, en om de signalen en de gegevens die worden overgedragen tus-
sen aandrijving en externe apparatuur te bepalen.
De parameters en parametergroepen die in dit hoofdstuk in de tabellen
met signaaltoewijzingen worden genoemd, zijn geldig voor aandrijvingen
met softwareversie LDOI6xxx revision "-" en later.
Voor meer informatie over de parameters voor de signaaltoewijzing, selectie
van het signaaltype, signaalinversie, schalen en filteren, zie
parametertabel.
3BHS360367 ZAB NL1 Rev. F
Signaal- en
ACS2000 DFE UM