ACS2000 DFE UM
3
Deze stap is van toepassing op aandrijvingen die zijn uitgerust met
het optionele veiligheidsrelais.
Als de noodstop-resetdrukknop (optie) flitst, drukt u op de drukknop
om het flitsende licht te annuleren.
Elke keer dat de hulpvoeding wordt uitgeschakeld en weer ingescha-
keld, wordt het noodstopveiligheidsrelais van de aandrijving geactiveerd
en laat deze de noodstop-resetdrukknop flitsen.
De drukknop flitst ook als de noodstopdrukknop op de deur van bedie-
ningscompartiment, of elke andere noodstopschakelaar gekoppeld
aan de aandrijving, wordt ingedrukt. Als de drukknop continu flitst,
controleer dan of er geen noodstopcommando actief is.
Voor meer informatie, zie
Controleer of er geen alarm- of storingsmeldingen worden weerge-
4
geven op het CDP-bedieningspaneel.
Als er een storingsmelding wordt weergegeven op het CDP-bedie-
ningspaneel, reset u de storing.
Als een storing niet kan worden gereset, moet deze worden verholpen
door het verantwoordelijke personeel.
Als er geen alarmen en storingen actief zijn, en de aandrijving klaar
is, geeft het CDP-bedieningspaneel ReadyOn weer.
1 L ->
StateINU
MOTOR SP
STROOM
3BHS360367 ZAB NL1 Rev. F
8.8
Noodstop.
0,0 rpm
ReadyOn
0,00 rpm
0,0 kW
113