2.2.2
Hulpvoedingsconfiguratie
32
De aandrijving heeft hulpvoeding nodig voor:
■
het koelsysteem en een korte stroomvoorziening voor de lader van
de aandrijving.
Het vermogen wordt voorzien door een driefasige voeding.
■
de besturingshardware.
Het vermogen wordt voorzien door een eenfasige voeding.
De aandrijving kan worden uitgerust met de volgende voedingsopties:
■
Standaard voeding
De aandrijving is voorzien van een driefasige voeding, die de totale
hulpvoeding voorziet.
■
Optionele voedingen
Om te voldoen aan de eisen voor een veilige werking indien de hulp-
voeding uitvalt, kan de aandrijving geleverd worden met één driefa-
sige voeding en één eenfasige voeding.
Onafhankelijk van de voedingsregeling is een interne back-upvoeding voor
100 ms voorzien. Met deze veiligheidsvoorziening kan het besturingssysteem
de aandrijving op een gecontroleerde wijze afsluiten wanneer de hulpstroom
uitvalt.
Eventueel kan de aandrijving worden uitgerust met extra batterijen. Afhan-
kelijk van de gekozen batterij zijn de volgende back-uptijden beschikbaar:
■
5 sec.
■
15 min.
De stroomtoevoer voor de hulpvoeding moet worden beschermd met een
geschikte circuitbeveiliging die aangepast is voor de inschakelstroom.
Voor meer informatie, zie
de aandrijving.
Voor informatie over de configuratie van de hulpvoedingsinterface in de
aandrijving, zie de
bedradingsschema's.
3BHS360367 ZAB NL1 Rev. F
de lijst met gegevens over het nutsverbruik
van
ACS2000 DFE UM