WAARSCHUWING
■
Stoelverstelling
●
Zorg dat uw handen niet bekneld raken tussen de bagageafdekking en de
stoelen.
●
Om te voorkomen dat u bij een aanrijding onder de veiligheidsgordel door-
schuift, is het raadzaam de leuning niet verder achterover te zetten dan strikt
noodzakelijk is. Als de rugleuning te ver achterover staat, kan bij een aanrij-
ding het heupgedeelte over uw heupen heen schuiven, waardoor er te veel
kracht op uw buik wordt uitgeoefend of kan het schoudergedeelte van de gor-
del in contact komen met uw nek, waardoor ernstig letsel kan ontstaan. Verstel
de stoelen niet tijdens het rijden, aangezien de stoelen dan onverwachts kun-
nen bewegen. Daardoor kan de bestuurder de controle over de auto verliezen.
■
Wanneer de rugleuningen van de achterstoelen omlaag worden geklapt
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan resulteren in ernstig letsel.
●
Klap de rugleuningen niet omlaag tijdens het rijden.
●
Breng de auto op een horizontale ondergrond tot stilstand, trek de parkeerrem
aan en zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT of automatische trans-
missie) of in de 1e versnelling (handgeschakelde transmissie).
●
Laat geen personen op de omlaaggeklapte rugleuning of in de bagageruimte
zitten tijdens het rijden.
●
Laat kinderen niet in de bagageruimte komen.
■
De rugleuningen weer opklappen
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan resulteren in ernstig letsel.
●
Controleer of de stoelen goed vergrendeld zijn door te proberen de leuning
vooruit en achteruit te duwen.
●
Controleer of de gordels niet gedraaid zijn of vastzitten in de rugleuning.
OPMERKING
■
Opbergen van de veiligheidsgordels
Berg de veiligheidsgordels altijd op voor u de rugleuningen van de achterstoelen
neerklapt.
1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel)
1
75