1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Smart entry-systeem met startknop
De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd als u de elektroni-
sche sleutel bij u hebt, bijvoorbeeld in uw zak.
(De bestuurder moet de elektronische sleutel altijd bij zich hebben.)
Elektronische sleutel
Ontgrendelen en vergrendelen van de portieren en de achterklep
(Blz. 32)
Ontgrendelen en vergrendelen van de achterklep (Blz. 32)
Starten en stoppen van de motor (Blz. 180)
Elektronische
sleutel
Elektronische
sleutel
: Indien aanwezig
31
1