WAARSCHUWING
■
Bij het starten van de auto (auto's met Multidrive CVT of automatische
transmissie)
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als de auto stilstaat en de motor draait. Dit
voorkomt kruipen van de auto.
■
Tijdens het rijden
●
Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt, blindelings het gas- en rempedaal kunt
vinden.
• Als u per ongeluk in plaats van het rempedaal het gaspedaal intrapt, kan
de onverwachte acceleratie leiden tot een ongeval, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
• Bij het achteruitrijden draait u wellicht uw lichaam, waardoor het bedienen
van de pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de pedalen altijd goed kunt
bedienen.
• Zorg ervoor dat u altijd een juiste rijhouding aanneemt waarbij het rempe-
daal en het gaspedaal op de juiste manier ingetrapt kunnen worden zelfs
wanneer u de auto slechts een klein stukje verrijdt.
• Trap het rempedaal met uw rechtervoet in. Wanneer u het rempedaal met
uw linkervoet intrapt, kan in een noodgeval uw reactie vertragen, waardoor
een ongeval kan ontstaan.
●
Rijd niet met de auto over brandbare materialen en parkeer de auto ook niet in
de buurt van dergelijke materialen.
Het uitlaatsysteem en de uitlaatgassen kunnen extreem heet zijn. Er bestaat
brandgevaar in de buurt van dergelijke materialen.
●
Auto's met Multidrive CVT of automatische transmissie: laat de auto niet ach-
teruit rollen als de selectiehendel in een vooruitversnelling staat of vooruit rol-
len terwijl de selectiehendel in stand R staat.
Als dat wel gebeurt, kan de motor afslaan of de remwerking worden belem-
merd, waardoor een aanrijding of schade aan de auto kan ontstaan.
●
Wanneer u in het interieur uitlaatgassen ruikt, opent u de ruiten en controleert
u of de achterklep gesloten is.
Door grote hoeveelheden uitlaatgassen in de auto kan de bestuurder slaperig
worden en een ongeval veroorzaken, hetgeen kan resulteren in ernstig letsel.
Laat uw auto direct controleren door een Toyota-dealer of erkende reparateur.
2-1. Rijprocedures
2
167