2-4. Gebruik van overige rijsystemen
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is uw
auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch in werking
treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd er echter rekening
mee dat dit aanvullende systemen zijn en vertrouw niet in al te sterke
mate op deze systemen.
■
ABS (antiblokkeersysteem)
Dit systeem helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen tijdens hard
remmen en bij remmen op een glad wegdek.
■
Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt als het
systeem oordeelt dat er sprake is een noodstop.
■
VSC+ (Vehicle Stability Control+) (indien aanwezig)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkmanoeu-
vres en het maken van bochten op een glad wegdek.
■
TRC (Traction Control) (indien aanwezig)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat de voor-
wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of bij het accelereren
op een glad wegdek.
■
EPS (Electric Power Steering)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor het
ronddraaien van het stuurwiel te verminderen.
2
255