3-1. Gebruik van airconditioning en achterruitverwarming
Wijzigen van de instellingen
■
Wijzigen van de ingestelde temperatuur
Druk op om de temperatuur te verhogen en op van de toets
om de temperatuur aan bestuurderszijde te verlagen.
Druk op het gedeelte (verhogen) of op het gedeelte (verlagen) van de
toets
aan bestuurderszijde afzonderlijk te wijzigen (gescheiden regeling). Druk op
de toets
gierszijde in te stellen op dezelfde waarde (gemeenschappelijke regeling).
De functies van de toetsen van de airconditioning wijzigen van gescheiden
naar gemeenschappelijke regeling en omgekeerd als de toets
ingedrukt.
■
Wijzigen van de aanjagersnelheid
Druk op (verlagen) of (verhogen) op
De aanjagersnelheid wordt op het display weergegeven. (7 niveaus)
Druk op
286
aan passagierszijde om de temperatuur aan voorpassagiers- en
om de temperatuur aan de bestuurderszijde en de passa-
om de aanjager uit te schakelen.
wordt
.