Advertenties
■
Waarschuwingslampjes
Waarschuwingslampjes informeren de bestuurder over storingen in
de systemen van de auto. (Blz. 459)
*
1
*
1
: Deze lampjes gaan branden wanneer het contact AAN (auto's zonder
Smart entry-systeem en startknop) of de startknop in stand AAN wordt
gezet (auto's met Smart entry-systeem en startknop). Ze geven aan dat de
systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze doven nadat de motor is aangesla-
gen of nadat er enkele seconden verstreken zijn. Er kan een storing in een
systeem aanwezig zijn als een lampje niet gaat branden of niet uitgaat.
Laat de auto nakijken door een Toyota-dealer of erkende reparateur.
*
2
: Auto's met Multidrive CVT of automatische transmissie
*
3
: Auto's met handgeschakelde transmissie
*
4
: Het controlelampje wordt blauw wanneer de koelvloeistoftemperatuur te
laag is.
WAARSCHUWING
■
Als een waarschuwingslampje van een veiligheidssysteem niet gaat bran-
den
Als een lampje van een veiligheidssysteem zoals het antiblokkeersysteem en
airbagsysteem niet gaat branden als u de motor start, kan het betekenen dat
deze systemen niet beschikbaar zijn om u te beschermen in geval van een aan-
rijding, waardoor ernstig letsel zou kunnen ontstaan. Laat de auto onmiddellijk
nakijken door een Toyota-dealer of erkende reparateur als dit gebeurt.
*
*
*
1
1
1
*
1
(indien
aanwezig)
2-2. Instrumentenpaneel
*
*
*
1
1
1
(Rood)
*
1
2
213
Advertenties
