WAARSCHUWING
■
Voorzorgsmaatregelen airbags
●
De voorpassagiersairbag wordt ook met een aanzienlijke kracht opgeblazen
waardoor ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de voorpassagier zich
dicht bij de airbag bevindt. De passagiersstoel dient zo ver mogelijk van de air-
bag af te staan, met de rugleuning rechtop.
●
Kinderen die niet (goed) op de stoel zitten en/of geen gordel dragen of de gor-
del niet op de juiste manier dragen, kunnen letsel oplopen door een in werking
tredende airbag. Gebruik de veiligheidsgordels nooit voor baby's of kleine kin-
deren. Gebruik hiervoor speciale baby- of kinderzitjes. Toyota beveelt ten zeer-
ste aan dat alle kinderen achterin plaatsnemen en de veiligheidsgordels altijd
op de juiste manier dragen. Achterin zitten kinderen het veiligst. (Blz. 135)
●
Ga niet op het puntje van de stoel zitten
en leun niet op het dashboard.
●
Laat een kind niet op de passagiersstoel
staan of bij een voorpassagier op schoot
zitten.
●
Voor bestuurder en voorpassagier: houd
tijdens het rijden niets op uw schoot.
1-7. Veiligheidsinformatie
131
1