2-1. Rijprocedures
■
Bediening startknop
Druk de startknop kortstondig en krachtig in. Als de knop niet krachtig wordt
ingedrukt, wijzigt de stand van de knop mogelijk niet of wordt de motor niet
gestart. Bovendien is het niet nodig om de knop ingedrukt te houden wanneer u
hem kortstondig en krachtig indrukt.
■
Levensduur batterij elektronische sleutel
Blz. 36
■
Als de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
Blz. 508
■
Omstandigheden die de werking van het systeem kunnen beïnvloeden
Blz. 47
■
Aanwijzing voor het Smart entry-systeem met startknop
Blz. 36
WAARSCHUWING
■
Bij het starten van de motor
Start de motor altijd terwijl u in de bestuurdersstoel zit. Trap het gaspedaal nooit
in tijdens het starten.
Dit kan tot ongevallen leiden waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Open en vergrendel de portieren niet wanneer de auto uitrolt, als de motor bij-
voorbeeld afgeslagen is, maar wacht tot de auto volledig en veilig stilstaat. Rij-
den met een geblokkeerd stuurwiel kan tot ongevallen leiden waarbij ernstig
letsel kan ontstaan.
■
Uitzetten van de motor in noodgevallen
Als u in een noodgeval tijdens het rijden de motor wilt uitzetten, houd de start-
knop dan langer dan 3 seconden ingedrukt of druk hem ten minste driemaal ach-
ter elkaar kort in.
Raak de startknop tijdens het rijden nooit aan, behalve in een noodgeval. Door
de motor tijdens het rijden uit te zetten, verliest u niet de controle over het stuur-
wiel of de remmen, maar werkt de bekrachtiging van deze systemen niet meer.
Hierdoor zal het remmen en sturen veel zwaarder gaan dan normaal. Zet in dat
geval de auto aan de kant zodra dit veilig kan.
184