● Wanneer gelijktijdig aan de voor- en achterzijde van de auto obsta-
kels worden gesignaleerd:
• De zoemer klinkt als reactie op het dichtstbijzijnde obstakel.
• Wanneer een obstakel aan de voor- of achterzijde van de auto
zeer dichtbij is, klinkt de zoemer afwisselend continu en intermit-
terend.
• Wanneer obstakels zowel aan de voor- als achterzijde van de
auto zeer dichtbij zijn, klinkt de zoemer afwisselend continu en
sneller intermitterend.
■
Actieve sensoren
Vooruit
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
Achteruit
2
251