■
ECO-indicator (indien aanwezig)
Wanneer de acceleratie buiten het Eco-bereik valt, registreert het systeem dat
er niet milieubewust met de auto wordt gereden. Het ECO-controlelampje gaat
uit en de rechter zijde van de ECO-indicator gaat knipperen.
Het systeem treedt niet in werking als tijdens het rijden aan de volgende voor-
waarden wordt voldaan:
●
De selectiehendel staat in een andere stand dan D
●
De sportmodus is ingesteld
●
De paddle shift-schakelaar wordt bediend terwijl de selectiehendel in stand D
staat
●
De rijsnelheid is 130 km/h of hoger
■
Zoemer veiligheidsgordel achter (auto's met achterstoelen)
De zoemer voor de veiligheidsgordel achter klinkt om de achterpassagier eraan
te herinneren dat hij of zij de veiligheidsgordel niet heeft omgedaan. De zoemer
klinkt gedurende 30 seconden nadat de auto een snelheid van ten minste 20
km/h heeft bereikt. Als de veiligheidsgordel daarna nog niet is vastgemaakt,
laat de zoemer gedurende 90 seconden een ander geluid horen.
De ecozone en de mate van milieuvriende-
lijk rijden worden gebaseerd op de accele-
ratie.
Controlelampje ECO
ECO-indicator
Gebied waarbinnen milieubewust
wordt gereden
Milieuvriendelijk rijden op basis van
acceleratie
2-2. Instrumentenpaneel
225
2