2-4. Gebruik van overige rijsystemen
■
De cruise control kan worden gebruikt als
Auto's met Multidrive CVT
●
De selectiehendel in stand D of in stand 4 of hoger van M staat.
●
Stand 4 of hoger is geselecteerd met de paddle shift.
(auto's met paddle shift-schakelaar)
●
De rijsnelheid is hoger dan 40 km/h.
Auto's met een automatische transmissie
●
De selectiehendel staat in stand D.
●
Stand 4 of hoger of stand D is geselecteerd met de paddle shift.
(auto's met paddle shift-schakelaar)
●
De rijsnelheid is hoger dan 40 km/h.
■
Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
●
Er kan normaal met de auto worden geaccelereerd. Na de acceleratie gaat
de auto weer rijden met de ingestelde snelheid.
●
De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise control
uit te schakelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accelereren en ver-
volgens de hendel omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stellen.
■
Automatisch uitschakelen van cruise control
De snelheidsregeling door de cruise control wordt in de volgende situaties
onderbroken.
●
De werkelijke rijsnelheid zakt meer dan ca. 16 km/h onder de geprogram-
meerde rijsnelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
●
Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
●
De VSC+ is geactiveerd (indien aanwezig).
●
Snelheidsbegrenzer is geactiveerd (indien aanwezig).
■
Als het controlelampje CRUISE knippert
Druk één keer op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk
nogmaals op de toets om het systeem weer in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise control direct na
het activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een defect in het cruise
control-systeem aanwezig. Laat uw auto controleren bij een Toyota-dealer of
erkende reparateur.
242