2-3. Bediening van de verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig of automatisch worden bediend.
De parkeerlichten voor,
achterlichten,
kenplaat-
boardverlichting
branden.
De koplampen en alle
verlichting die hierbo-
ven genoemd is, gaan
branden.
Alle voertuigverlichting
gaat automatisch aan
(indien
aanwezig)
en uit.
(Wanneer het contact
AAN staat.)
kente-
en
dash-
gaan
227
2