■
Werking koplampsproeiers (indien aanwezig)
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Als de ruitensproeier wordt bediend terwijl het contact AAN staat en de kop-
lampen zijn ingeschakeld, werken de koplampsproeiers één keer. (Daarna
werken de koplampsproeiers automatisch één keer voor elke 5 keer dat de
ruitensproeier wordt bediend.)
Trek de hendel van de ruitensproeier 5 keer naar u toe om de koplampsproei-
ers opnieuw te bedienen.
(Wanneer de koplampen worden uitgeschakeld en weer ingeschakeld en ver-
volgens de ruitensproeier wordt bediend, werken de koplampsproeiers één
keer.)
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Als het contact AAN staat en de koplampen branden, werken de koplamp-
sproeiers één keer. (Daarna werken de koplampsproeiers automatisch één
keer voor elke 5 keer dat de ruitensproeier wordt bediend.)
Trek de hendel van de ruitensproeier 5 keer naar u toe om de koplampsproei-
ers opnieuw te bedienen.
(Wanneer de koplampen worden uitgeschakeld en weer ingeschakeld en ver-
volgens de ruitensproeier wordt bediend, werken de koplampsproeiers één
keer.)
■
Regensensor (auto's met ruitenwissers met regensensor)
●
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop:
Als de ruitenwisserschakelaar in de stand AUTO wordt gezet als het contact
AAN is, maken de ruitenwissers een wisslag om aan geven dat stand AUTO
is ingeschakeld.
Als de ruitenwisser gevoeliger wordt afgesteld, kan de wisser één keer wer-
ken om aan te geven dat de gevoeligheid is gewijzigd.
2-3. Bediening van de verlichting en ruitenwissers
●
De regensensor registreert de hoeveel-
heid neerslag.
2
237