Advertenties
2-1. Rijprocedures
WAARSCHUWING
■
Tijdens het rijden
●
Zet bij auto's met Multidrive CVT of automatische transmissie de transmissie
tijdens het rijden nooit in stand P.
Hierdoor kan er aanzienlijke schade aan de transmissie ontstaan en kunt u de
controle over de auto verliezen.
●
Zet de selectiehendel tijdens het rijden niet in stand R.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
●
Zet de transmissie tijdens het achteruitrijden nooit in de stand D (Multidrive
CVT of automatische transmissie) of in de 1e versnelling (handgeschakelde
transmissie).
Hierdoor kan er aanzienlijke schade aan de transmissie ontstaan en kunt u de
controle over de auto verliezen.
●
Zet de selectiehendel tijdens het rijden niet in stand N. Als u dat wel doet,
wordt de verbinding tussen de motor en de transmissie verbroken. Als de
selectiehendel in stand N staat, is afremmen op de motor niet mogelijk.
●
Zet de motor niet uit tijdens het rijden. Door de motor tijdens het rijden uit te
zetten, verliest u niet de controle over het stuurwiel of de remmen, maar werkt
de bekrachtiging van deze systemen niet meer. Hierdoor zal het remmen en
sturen veel zwaarder gaan dan normaal. Zet in dat geval de auto aan de kant
zodra dit veilig kan.
In geval van nood, bijvoorbeeld als het onmogelijk is om de auto op de nor-
male manier tot stilstand te brengen: Blz. 521
●
Rem bij het afdalen van een helling af op de motor (schakel terug) om de snel-
heid te reduceren.
Het continu gebruiken van het remsysteem kan leiden tot oververhitting en een
verminderde remwerking. (Blz. 186, 192, 199)
●
Trap tijdens het stilstaan op een helling het rempedaal in en activeer de par-
keerrem om te voorkomen dat de auto voor- of achteruit rolt en een aanrijding
veroorzaakt.
●
Verstel het stuurwiel, de stoel en de binnen- of buitenspiegel niet tijdens het rij-
den.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig
letsel kan ontstaan.
168
Advertenties
